En 16 semanas desde Ciudad de Panamá a Santiago de Chile...

Welcome to the jungle...

Rond een uur of 8:30 s'ochtends wordt ik opgehaald door de jeap van Magictours voor de hike naar de lost city. Mijn grote backpack laat ik achter in het hostel. De komende dagen leef ik uit mijn daypack. En op internet heb ik al gelezen dat de eerste dag alles wat je bij je hebt vochtig is. (van zweet, regen, de hoge luchtvigtigheid of een combinatie hiervan) Het algemene advies is; Leg je erbij neer, alles wat je aantrekt is binnen een half uur vochtig, dus wat maakt het uit als het al vochtig is wanneer je het aantrekt? Heel veel neem ik dus niet mee en met plastic zakken hoop ik toch het een en ander droog te kunnen houden.

In de jeap ontmoet ik enkele anderen uit de groep die me weten te vertellen dat de hike die we gaan doen niet echt uitdagend is. 'Als je bejaard bent met overgewicht, dan kun je hem zelfs doen.' Ik heb wat anders gelezen op internet en ben benieuwd wat het gaat worden. De tocht begint met een jeaprit van +/- 2,5 uur, waarvan 1,5uur op een dirtroad. Bij aankomst in het dorpje waar onze hike begint zijn we dan ook al flink door elkaar geschud. Onderweg waren we al één van de rugzakken van het dak van de jeap verloren, maar gelukkig zagen we dit gebeuren en kwamen we toch compleet aan. Na een laatste lunch in de beschaving was het tijd om de jungle in te trekken.

Het eerste stuk loopt nog vrij gemakkelijk over weggetjes en bospaden en langzaam lopen we de jungle in. Na iets meer dan een uur lopen hebben we onze eerste stop; een rustig deel van een rivier waar gezwommen kan worden (naturepool). Heerlijk om even af te koelen, want het is behoorlijk warm (en inderdaad vochtig). Na ongeveer een half uur vervolgen we onze weg en gaat de hike echt beginnen. Ruim 1,5 uur stijl bergop! En onze groep had het tempo er behoorlijk in. Op een gegeven moment was ik er dan ook wel klaar mee, ondanks dat ik niet bejaard ben en het met het overgewicht ook wel mee valt. Ik was buiten adem en mijn hart maakte overuren. Had ik echt wel zin om 5 dagen af te zien? Ik heb het tempo van de groep gelaten voor wat het is en ben mijn eigen tempo gaan lopen, samen met een stel uit Canada. Dat beviel een stuk beter. (Later zou ook blijken dat onze groep bestond uit diehard-hikers, militairen en trailrunners met een bovengemiddeld tempo. Die moet je ook helemaal niet bij willen houden)

Uiteindelijk kwamen we allemaal tussen 17u en 17:30u aan op het eerste kamp. Het laatse kamp met stroom. Maar ondanks dat lagen we toch allemaal rond 19:30 al te slapen. In dit kamp sliepen we in hangmatten en ook nu weer heb ik daar heerlijk in geslapen.

De daaropvolgende dagen stonden we om 06u (2x) en 05u (1x) op om een half uur later weer op pad te gaan. Er is 1 pad om bij de lost city te komen en via datzelfde pad loop je ook weer terug. Bij alles wat je loopt weet je dus dart je dit in tegenovergestelde richting ook weer moet doen. Het vermoeiende pad bergop zal op de trugweg lekker bergafwaards zijn. Het fijne stuk bergafwaards is op de terugweg echter dat stijle stuk omhoog. Onze groep is samengevoegd met een andere groep en we zijn nu uiteindelijk met 12 man. Eén van de gidsen liep steeds voorop en de ander achterop. Daartussen liep iedereen zijn eigen tempo. Hierdoor heb je soms het gevoel dat je helemaal alleen door de jungle loopt. Met uitzichten die echt adembenemend zijn. Ik had al gelezen dat je de hike niet moet doen voor de lost city, maar vooral om de hike zelf. En die is geweldig. Met je schoenen in je hand door een kolkende rivier waden (gelukkig weten de gidsen waar je hem over moet steken), bergafwaards houwvast zoeken aan stenen en boomwortels om niet weg te glijden, over rotspartijen klouteren, maar vooral genieten van alles wat er te zien en te horen is (of wat er just niet te horen is). En iedere keer wanneer je op een punt komt en echt toe bent aan verfrissing, is er een rustpunt waar sinaasappels of ananas wordt uitgedeeld. (Alleen de keer dat er watermeloen was, was dit wel een deceptie! Gelukkig alleen op de eerste dag.) Het verse fruit motiveert je echt om nog even een stukje verder te lopen. Iedereen heeft inmiddels zijn eigen tempo gevonden. Ik vind het heerlijk om het ene moment met wat anderen op te lopen en het volgende moment 'alleen' in de jungle te zijn. Onderweg hebben we af en toe een break en kunnen we in de rivier zwemmen. Het water is verkoelend, maar niet te koud en je ziet de vissen onder je doorzwemmen. Ik denk dat het paradijs er ongeveer zo heeft uitgezien.

Er wordt goed voor ons gezorgd en zelfs ik, toch een behoorlijk moeilijke eter, heb steeds heerlijk gegeten. We aten steeds aan lange houten tafels en aangezien onze gids Jezus heette en wij met zijn 12en waren, waren de opmerkingen hierover niet van de lucht. Jezus en zijn 12 volgelingen. Jezus die brood deelt (geen vis overigens). Ons laatste avondmaal met Jezus. Jezus (Gesoes) is hier een vrij veel voorkomende naam, maar het blijft vreemd. Wij hebben er in ieder geval erg veel lol om gehad.

Omdat we vrij vlot gelopen hadden, zouden we op de 3e dag na de lunch de lost city bereiken. Het weer zat echter tegen. Zoals voorgaande dagen regende het 's middags. Tijdens het lopen hebben we het steeds droog gehouden, maar in de middagen hebben we steeds regen gehad. Dat maakt de hike nog uitdagender omdat alles glibberig en modderig is. Voordat je bij de lostcity bent, moet je eerst een trap op van 12000 treden. (En niet een trap zoals we ze in Nederland kennen. Een deels natuurlijke trap, deels aangelegd met natuurlijke materialen. De volgende dag zal blijken dat deze trap zonder regen al uitdagend genoeg is. We staan vroeg op, want naast het bezoek aan de lost city hebben we ook een lange hike voor de boeg. Alles wat we op dag 2 en 3 hebben gelopen, zullen we in 1 dag terug lopen.

Ondanks dat ik het er mee eens ben dat je deze hike niet alleen voor de lost city moet doen, maar ook voor de hike op zich, vind ik ook de lost city erg indrukwekkend. Wat een mooie, serene plek. We krijgen uitleg over de lost city van een van de indigena's die nog in de regio wonen. Zij hebben hun eigen regels en wetten en hebben het in deze omgeving voor het zeggen. Zo hebben ze een aantal jaren geleden besloten dat het kamp recht naast de lost city niet meer gebruikt mag worden. Erg jammer, want dit lijkt me een fantastische plek om een nacht door te brengen.

Na het bezoek aan de lost city is het tijd om aan de terugweg te beginnen. Ondanks dat dit dezelfde weg is, voelt het heel anders. Er zijn punten die je herkent, maar als je denkt dat je ergens vlakbij bent, blijkt het toch nog een stuk verder te zijn. (Maar gelukkig gebeurd dit ook andersom. Wanneer je denkt dat je nog een heel eind moet, kom je een bocht om en blijkt het dichterbij. Ik heb inmiddels 'de stap' goed te pakken en kom de dagen goed door. Mede ook omdat ik uit voorzorg al sporttape om mijn hielen had geplakt. De rest van de tape heb ik namelijk weggegeven aan groepsgenoten die erom kwamen vragen nadat ze blaren hadden... Helemaal blaarloos heb ik het er ook niet vanaf gebracht. De laatste dag heb ik er een paar verzameld. Eén op m'n kleine teen en één aan de binnenkant van m'n duim. (Ik had een mooie tak gevonden die prima dienstdeed als wandelstok.)

De hike werd afgesloten met een lunch op de plek waar we ook begonnen waren. Daar heb ik de uitspraak over bejaard met overgewicht nog even aangehaald en iedereen was het mee eens dat het wel degelijk een uitdagende hike is en we trots mogen zijn dat we hem gedaan hebben. Met de zelfde jeap waar we ook mee gekomen waren, werden we weer terug naar Taganga gebracht, waar ik nog 1 nacht in het hostel heb doorgebracht voordat ik aan een lange busreis richting Medellin begon.

p.s. Ter info: ik kreeg wat mailtjes en berichtjes of ik in de jungle wel uit zou kijken voor de farc. De farc heeft inderdaad lang in dit gedeelte van de jungle gezeten en in 2003 is er inderdaad een groep touristen ontvoert. Zij zijn gelukkig met 3 dagen alweer vrij gelaten. In die tijd waren er ook nog veel cocaplantages in die regio. Er is veel tijd en geld ingestoken om dit gebied veilig te maken. Er momenteel is het al een aantal jaar veilig om deze tour te doen. (Je kunt dus alleen de rondleiding op een cocafarm niet meer doen, die ze een aantal jaar geleden nog wel hadden. Toch best interessant om eens te zien, lijkt me)

Welcome to the jungle...

Rond een uur of 8:30 s'ochtends wordt ik opgehaald door de jeap van Magictours voor de hike naar de lost city. Mijn grote backpack laat ik achter in het hostel. De komende dagen leef ik uit mijn daypack. En op internet heb ik al gelezen dat de eerste dag alles wat je bij je hebt vochtig is. (van zweet, regen, de hoge luchtvigtigheid of een combinatie hiervan) Het algemene advies is; Leg je erbij neer, alles wat je aantrekt is binnen een half uur vochtig, dus wat maakt het uit als het al vochtig is wanneer je het aantrekt? Heel veel neem ik dus niet mee en met plastic zakken hoop ik toch het een en ander droog te kunnen houden.

In de jeap ontmoet ik enkele anderen uit de groep die me weten te vertellen dat de hike die we gaan doen niet echt uitdagend is. 'Als je bejaard bent met overgewicht, dan kun je hem zelfs doen.' Ik heb wat anders gelezen op internet en ben benieuwd wat het gaat worden. De tocht begint met een jeaprit van +/- 2,5 uur, waarvan 1,5uur op een dirtroad. Bij aankomst in het dorpje waar onze hike begint zijn we dan ook al flink door elkaar geschud. Onderweg waren we al één van de rugzakken van het dak van de jeap verloren, maar gelukkig zagen we dit gebeuren en kwamen we toch compleet aan. Na een laatste lunch in de beschaving was het tijd om de jungle in te trekken.

Het eerste stuk loopt nog vrij gemakkelijk over weggetjes en bospaden en langzaam lopen we de jungle in. Na iets meer dan een uur lopen hebben we onze eerste stop; een rustig deel van een rivier waar gezwommen kan worden (naturepool). Heerlijk om even af te koelen, want het is behoorlijk warm (en inderdaad vochtig). Na ongeveer een half uur vervolgen we onze weg en gaat de hike echt beginnen. Ruim 1,5 uur stijl bergop! En onze groep had het tempo er behoorlijk in. Op een gegeven moment was ik er dan ook wel klaar mee, ondanks dat ik niet bejaard ben en het met het overgewicht ook wel mee valt. Ik was buiten adem en mijn hart maakte overuren. Had ik echt wel zin om 5 dagen af te zien? Ik heb het tempo van de groep gelaten voor wat het is en ben mijn eigen tempo gaan lopen, samen met een stel uit Canada. Dat beviel een stuk beter. (Later zou ook blijken dat onze groep bestond uit diehard-hikers, militairen en trailrunners met een bovengemiddeld tempo. Die moet je ook helemaal niet bij willen houden)

Uiteindelijk kwamen we allemaal tussen 17u en 17:30u aan op het eerste kamp. Het laatse kamp met stroom. Maar ondanks dat lagen we toch allemaal rond 19:30 al te slapen. In dit kamp sliepen we in hangmatten en ook nu weer heb ik daar heerlijk in geslapen.

De daaropvolgende dagen stonden we om 06u (2x) en 05u (1x) op om een half uur later weer op pad te gaan. Er is 1 pad om bij de lost city te komen en via datzelfde pad loop je ook weer terug. Bij alles wat je loopt weet je dus dart je dit in tegenovergestelde richting ook weer moet doen. Het vermoeiende pad bergop zal op de trugweg lekker bergafwaards zijn. Het fijne stuk bergafwaards is op de terugweg echter dat stijle stuk omhoog. Onze groep is samengevoegd met een andere groep en we zijn nu uiteindelijk met 12 man. Eén van de gidsen liep steeds voorop en de ander achterop. Daartussen liep iedereen zijn eigen tempo. Hierdoor heb je soms het gevoel dat je helemaal alleen door de jungle loopt. Met uitzichten die echt adembenemend zijn. Ik had al gelezen dat je de hike niet moet doen voor de lost city, maar vooral om de hike zelf. En die is geweldig. Met je schoenen in je hand door een kolkende rivier waden (gelukkig weten de gidsen waar je hem over moet steken), bergafwaards houwvast zoeken aan stenen en boomwortels om niet weg te glijden, over rotspartijen klouteren, maar vooral genieten van alles wat er te zien en te horen is (of wat er just niet te horen is). En iedere keer wanneer je op een punt komt en echt toe bent aan verfrissing, is er een rustpunt waar sinaasappels of ananas wordt uitgedeeld. (Alleen de keer dat er watermeloen was, was dit wel een deceptie! Gelukkig alleen op de eerste dag.) Het verse fruit motiveert je echt om nog even een stukje verder te lopen. Iedereen heeft inmiddels zijn eigen tempo gevonden. Ik vind het heerlijk om het ene moment met wat anderen op te lopen en het volgende moment 'alleen' in de jungle te zijn. Onderweg hebben we af en toe een break en kunnen we in de rivier zwemmen. Het water is verkoelend, maar niet te koud en je ziet de vissen onder je doorzwemmen. Ik denk dat het paradijs er ongeveer zo heeft uitgezien.

Er wordt goed voor ons gezorgd en zelfs ik, toch een behoorlijk moeilijke eter, heb steeds heerlijk gegeten. We aten steeds aan lange houten tafels en aangezien onze gids Jezus heette en wij met zijn 12en waren, waren de opmerkingen hierover niet van de lucht. Jezus en zijn 12 volgelingen. Jezus die brood deelt (geen vis overigens). Ons laatste avondmaal met Jezus. Jezus (Gesoes) is hier een vrij veel voorkomende naam, maar het blijft vreemd. Wij hebben er in ieder geval erg veel lol om gehad.

Omdat we vrij vlot gelopen hadden, zouden we op de 3e dag na de lunch de lost city bereiken. Het weer zat echter tegen. Zoals voorgaande dagen regende het 's middags. Tijdens het lopen hebben we het steeds droog gehouden, maar in de middagen hebben we steeds regen gehad. Dat maakt de hike nog uitdagender omdat alles glibberig en modderig is. Voordat je bij de lostcity bent, moet je eerst een trap op van 12000 treden. (En niet een trap zoals we ze in Nederland kennen. Een deels natuurlijke trap, deels aangelegd met natuurlijke materialen. De volgende dag zal blijken dat deze trap zonder regen al uitdagend genoeg is. We staan vroeg op, want naast het bezoek aan de lost city hebben we ook een lange hike voor de boeg. Alles wat we op dag 2 en 3 hebben gelopen, zullen we in 1 dag terug lopen.

Ondanks dat ik het er mee eens ben dat je deze hike niet alleen voor de lost city moet doen, maar ook voor de hike op zich, vind ik ook de lost city erg indrukwekkend. Wat een mooie, serene plek. We krijgen uitleg over de lost city van een van de indigena's die nog in de regio wonen. Zij hebben hun eigen regels en wetten en hebben het in deze omgeving voor het zeggen. Zo hebben ze een aantal jaren geleden besloten dat het kamp recht naast de lost city niet meer gebruikt mag worden. Erg jammer, want dit lijkt me een fantastische plek om een nacht door te brengen.

Na het bezoek aan de lost city is het tijd om aan de terugweg te beginnen. Ondanks dat dit dezelfde weg is, voelt het heel anders. Er zijn punten die je herkent, maar als je denkt dat je ergens vlakbij bent, blijkt het toch nog een stuk verder te zijn. (Maar gelukkig gebeurd dit ook andersom. Wanneer je denkt dat je nog een heel eind moet, kom je een bocht om en blijkt het dichterbij. Ik heb inmiddels 'de stap' goed te pakken en kom de dagen goed door. Mede ook omdat ik uit voorzorg al sporttape om mijn hielen had geplakt. De rest van de tape heb ik namelijk weggegeven aan groepsgenoten die erom kwamen vragen nadat ze blaren hadden... Helemaal blaarloos heb ik het er ook niet vanaf gebracht. De laatste dag heb ik er een paar verzameld. Eén op m'n kleine teen en één aan de binnenkant van m'n duim. (Ik had een mooie tak gevonden die prima dienstdeed als wandelstok.)

De hike werd afgesloten met een lunch op de plek waar we ook begonnen waren. Daar heb ik de uitspraak over bejaard met overgewicht nog even aangehaald en iedereen was het mee eens dat het wel degelijk een uitdagende hike is en we trots mogen zijn dat we hem gedaan hebben. Met de zelfde jeap waar we ook mee gekomen waren, werden we weer terug naar Taganga gebracht, waar ik nog 1 nacht in het hostel heb doorgebracht voordat ik aan een lange busreis richting Medellin begon.

p.s. Ter info: ik kreeg wat mailtjes en berichtjes of ik in de jungle wel uit zou kijken voor de farc. De farc heeft inderdaad lang in dit gedeelte van de jungle gezeten en in 2003 is er inderdaad een groep touristen ontvoert. Zij zijn gelukkig met 3 dagen alweer vrij gelaten. In die tijd waren er ook nog veel cocaplantages in die regio. Er is veel tijd en geld ingestoken om dit gebied veilig te maken. Er momenteel is het al een aantal jaar veilig om deze tour te doen. (Je kunt dus alleen de rondleiding op een cocafarm niet meer doen, die ze een aantal jaar geleden nog wel hadden. Toch best interessant om eens te zien, lijkt me)

Those fundiving-day's are over...

Zaterdagochtend lieten we Santa Marta achter ons en vertrokken we richting Taganga. Vier backpackers met hun backpack en daypack (+ surfboard) in een taxi. Ja, dat kan. Al is het wat krap. Gelukkig is het maar een minuut of 20 rijden.

In Taganga aangekomen nemen we ons intrek in Bayview, een hostel met, zoals de naam al doet vermoeden, uitzicht op zee. We hebben een kamer op de 3e verdieping en hebben vanaf ons balkon mooi uitzicht over het dorpje en de zee. We hebben niet al te veel tijd om daarvan te genieten (dat komt later wel), want we moeten naar Octopus; het divecentre waar we (Lauren, Joël en ik) ons PADI gaan halen. Maar voordat we uberhaubt het water in mogen, moeten we eerst een 3uur durende instructievideo bekijken. Verplichte kost, maar voor het overgrote deel ontzettend saai. En als we blij zijn dat we eindelijk het laatste deel van de dvd hebben bekeken, blijkt er een 2e dvd te zijn. Ogen open houden en doorbijten... Als ook deze dvd helemaal bekeken is ontmoeten we onze insturteur voor de komende dagen: Victor. Victor komt oorspronkelijk uit Barcelona, maar heeft zijn vrouw 4 jaar geleden ontmoet in Colombia en is nu al 2 jaar duikinstructeur in Taganga. Hij verteld ons wat de komende 3 dagen de bedoeling is; Om 08:00uur moeten we aanwezig zijn bij Octopus, waar we onze duikpakken aan zullen trekken. Vervolgens vertrekken we naar de boot die ons naar de plek brengt waar we zullen duiken. Op de boot moeten we onze duikuitrusting in orde brengen en zullen we te horen krijgen welke oefeningen we die dag zullen doen. Iedere duik begint met oefeningen en als deze afgerond zijn gaan we fundiven; duiken en genieten van wat we zien. Hij laat ons zien hoe we onze duikuitrusting in elkaar moeten zetten en hoe we het weer uit elkaar moeten halen. Vervolgens moeten we dit 3x zelf doen. Het lijkt lastig, vooral ook omdat alles uitgelegd wordt inhet Engels (met Spaans accent), dat toch niet mijn eigen taal is. En alle duiktechnische woorden zaten nog niet in mijn vocabulair. Daarom is het goed het 3x te doen. Het is helemaal niet zo ingewikkeld; je moet het gewoon even weten. In het divecentre zijn we klaar voor die dag, maar we gaan met een dik boek richting hostel. We moeten de 1e 2 hoofdstukken doornemen en de bijhorende vragen maken. Ik heb het gevoel dat dit een intensieve week gaat worden. En ik hoop dat ik het niet voor niets doe. In het vliegtuig heb ik altijd last van mijn oren i.v.m. de druk. En laat de druk op je oren nu onderwater ook groter worden... Maar ja; als ik mijn oren niet kan klaren, dan weet ik dat ten minste. Niet geprobeerd...

's Avonds houden we het rustig en hangen wat rodn op onze kamer. Ik probeer 'Wie is de mol' te kijken, maar het enige Nederlandstalige programma dat ik zonder haperingen kan kijken is gtst. Maar het is heerlijk even wat Nederlands te horen.

De volgende dag gaat om 7:15 de wekker. Bikini aantrekken, ontbijten en richting Octopus. We worden ontvangen door Victor die ons van onze duikuitrusting voorziet. Vervolgens gaan we met z'n allen richting de boot. Bestemming: Tayrona, het nationale park dat aan Taganga grenst. De boottrip zelf is al gaaf: scheuren over zee, terwijl het water langs de boot omhoog stuift. Naar mijn zin te snel bereiken we het strand dat die dag onze uitvalsbasis is. Maar goed, ik heb geen boottrip geboekt, maar duiklessen. Iedereen die vandaag zijn eerste duik gaat maken, moet de boot verlaten. De anderen blijven zitten en zullen iets verderop afgezet worden. Het is een vreemd gevoel om in een wetsuit het water in te gaan. Zoals de naam al doet vermoeden, houdt het pak je niet droog. In het water krijgen we ons vest met zuurstoftank omgehangen. Doordat we in ondiep water zijn, voel je hoe zwaar ze werkelijk zijn. Zodra we later volledig onder water zijn, voel je daar niets meer van. We starten met het controleren van elkaars uitrusting en wanneer dat allemaal in orde blijkt te zijn gaan we van start. De eerste stap is ademen door de regulator. Voor mij geen probleem. Ik heb al wl eens gesnorkeld en weet hoe het is om onderwater te kunnen ademen. En bijkomend voordeel is dat je geen slok water binnen krijgt als je wat dieper gaat, wat me met snorkelen nog wel eens gebeurd. Zodra we wat verder de zee op zijn gaan we dalen. Het is nog steeds niet erg diep, maar diep genoeg om onze oefeningen te kunnen doen. Gek genoeg klaart het oor waarvan ik dacht last te krijgen vanzelf en is het juist het andere oor dat niet helemaal meewerkt. Maar met een beetje geduld wil ook dat oor klaren. Vervolgens doen we op de bodem allerlei oefeningen. Masker af en weer op zetten, loodgordel afdoen en weer omdoen, je buddy helpen bij kramp, gecontroleerd stijgen. Ook wordt onze zuurstoftank dichtgedraaid, zodat we weten hoe het voelt om zonder zuurstof te zitten. Het doet me niet zoveel, omdat ik weet datmet één handgebaar van mij, Victor de zuurstoftank weer opendraait, maar ik moet er niet aan denken dit gebaar echt nodig te hebben tijdens het duiken!

Na een aantal oefeningen is het tijd voor onze eerste 'fundive'. Even geen oefeningen meer, maar duiken en genieten van alles wat er te zien is onder water. Ik geloof niet dat Taganga (Tayrona) bij de mooiste divespots behoort, maar voor een beginnend duiker, zoals ik, valt er genoeg te zien. Ik kijk m'n ogen uit bij alles wat ik zie. (Of wat ik niet zie, totdat Victor ons erop wijst...) Ik denk dat de foto's wel een aardig beeld geven van hoe het er onder water uitziet. Wanneer ons zuurstof bijna op is, is het tijd om weer naar de oppervlakte te stijgen. Je voelt de temperatuur veranderen, ziet de kleuren onder water veranderen en opeens ben je met je hoofd weer boven water. Je vest opblazen en je drijft. (Don't mind me, I'm just floating around). Overal om ons heen komen groepjes duikers naar boven en één voor één worden we door de boot weer opgepikt. Onze eerste duik zit erop! We worden naar het strand gebracht, waar we wat te eten en te drinken krijgen. Na ongeveer een uur is het tijd voor onze 2e duik. Deze heeft dezelfde indeling als de 1e. Eerst een aantal oefeningen en vervolgens een 'fundive'. Ik geniet!!

Als iedereen weer opgepikt is na de 2e duik is het tijd om terug naar Octopus te gaan. Nadat we ons daar ontdan hebben van onze uitrusting, krijgen we ons duikboekje. Hierin houdt je je duiken bij. Waar heb je gedoken, hoe diep, hoe lang enz, enz. Blijkt dat beide duiken tussen de 40 en 45 minuten hebben geduurd. Voor mijn gevoel was het veel korter! (En de komende dagen zal blijken dat dit zo blijft) We nemen afscheid van Victor en vragen hoe laat we de volgende dag verwacht worden. 'De volgende dag? Ik verwacht jullie vanmiddag' Het huiswerk dat we de dag ervoor gemaakt hebben, moet besproken worden. Dat is een officieel onderdeel van de cursus. We gaan dus terug naar ons hostel voor een douche en een lunch om vervolgens weer terug te keren naar Octopus waar we onze opdrachten doornemen.

De volgende dag heeft eenzelfde indeling. 08:00u aanwezig zijn, met de boot naar een divespot en vervolgens 2 duiken maken die beginnen met oefeningen. De oefeningen zijn wat lastiger dan de dag ervoor, maar het lukt allemaal. Het duiken is weer geweldig en ik heb mijn 'boyancy' inmiddels aardig onder controle waardoor ik nog meer kan genieten van wat er om me heen te zien is. En ook mijn oren lijken steeds beter mee tewerken. Ik ben verkocht; ik wil alleen nog maar duiken!! 's middags is het echter weer tijd voor de theorie en braaf bespreken we ons huiswerk met Victor. En ook vandaag heeft hij een verrassing; we doen onzetoets niet morgen, maar vandaag. Helemaal blij wordt ik daar niet van, omdat ik het laatste deel van het boek nog niet doorgenomen heb. Maar goed, als ik het niet haal, kan ik het vast nog een keertje over doen. De toets bestaat uit 50 vragen en je moet 75% goed hebben. Uiteindelijk slaag ik met 82%. De meeste vragen die ik fout heb, komen uit het deel dat ik nog niet doorgenomen had. Ook Lauren en Joel slagen in 1 keer (hoewel Joel hier wel een beetje hulp van ons bij heeft gehad...), om te vieren dat we onze theorie 'in the pocket' hebben, besluiten Laueren en ik te gaan eten bij Babaganoush. Je zou het aan de naam niet zeggen, maar dit is een restaurant van een Nederlander. Victor had het ons aangeraden en hij heeft niets te veel gezegd. We hadden eerst zo onze bedenkingen. We moesten een stukje het dorp uit, ergens een trap op en weer een hoek om. Maar toen we uiteindelijk binnen waren, bleek het een mooi restaurant met uitzicht op zee. Wij namen uiteindelijk plaats op de 2e verdieping, waar i.p.v. tafeltjes een bank stond en al loungend en uitkijkend over zee hebben we de beste maaltijd en de beste cocktail van onze reis genuttigd. (En ik ben dan nog niet zo heel lang onderweg, Lauren al 7 maanden. Dat zegt dus wel wat over de kwaliteit!) De rest van ons verblijf in Taganga promoten we dit restaurant dan ook bij iedereen.

Dinsdag is alweer onze laatste cursusdag. De enige vaardigheid die we nog moeten volbrengen is duiken met behulp van een kompas. We worden alledrie een andere rihting op gestuurd en moeten 50b(x2) beenslagen zwemmen om vervolgens om te keren en in een rechte lijn weer terug te zwemmen. Dat klinkt makkelijk... Aan het eind van mijn 50 beenslagen krijg ik echter weer last van mijn oren en wanneer ik ze geklaard heb, ben ik even de oriëntatie kwijt. Waar kwam ik ook alweer vandaan? Er is geen begroeïng, geen herkenningspunt, dus het komt echt op het kompaslezen aan. Daar slaag ik voor, want na wederom 50 beenslagen ben ik weer terug bij Victor. Omdat ik wat tijd nodig had gehad voor mijn oren, had ik verwacht de laatste te zijn. Ik ben de eerste. Ik heb nu ook het praktijkgedeelte afgerond en heb mijn PADI!! Het duurt erg lang voordat Joel en Lauren terug zijn en Victior besluit dat we naar de oppervlakte gaan. Daar treffen we Joel op een meter of 10 bij ons vandaag. Van Lauren is echter geen spoor. De regel bij het duiken is, zo hebben we geleerd, als je je buddy kwijt bent, zoek je 1 minuut. Als je hem/haar dan nog niet gevonden hebt, dan ga je naar de oppervlakte. Maar als je met een oefening bezig bent, wanneer kom je dan boven?? Na een minuut of 5 wordt Victor toch wel een beetje zenuwachtig. Hij was zelf het water al aan het afzoeken naar luchtbubbels, maar stuurt nu ook de boot erop uit. En eindelijk komt meters verderop ook Lauren boven water. De grap is vanaf dan ook dat er steeds aan haar gevraagd wordt of ze haar paspoort wel bij zich heeft, voor het geval ze in Venezuela uitkomt. Ze blijft zelf echter volhouden dat het niet aan haar lag, maar aan het kompas... Tijdens de 2e duik mogen Joel en Lauren het kopas-duiken overdoen en ze mogen dit gezamenlijk in dezelfde rihting doen. En dit keer komen ze vrij vlot weer bij het beginpunt uit. Het kompas van Lauren is op wonderbaarlijke wijze weer gemaakt.. Met dubbele gevoelens zit ik in de boot terug naar Taganga. Ik kijk er naar uit om niet door m'n wekker gewekt te worden. Aan de andere kant heb ik nog niet genoeg van m'n duikavontuur. Terug bij Octopus wordt één van de vreselijkste foto's van me genomen die ik ooit gezien heb. Ik had geen idee waarvoor en hoor later dat het voor m'n duikpas is. Daar ben ik mooi klaar mee...

Woensdag is het voor Joel tijd om terug naar Cartagena te gaan. Zijn reis zit erop. Sven besluit met hem mee terug te reizen, omdat een vriend van hem onderweg is naar Cartagena. Dit is voor mij mijn eerste afscheid. Raar, want ik ken ze pas 1,5 week. Toch vind ik het jammer dat ze vertrekken. Het blijft de hele dag raar. Het is een stuk rustiger zonder de 2 clowns en daarnaast ligt ook onze hele structuur omver nu we niet gaan duiken. Omdat we allebei de hike naar de lost city willen doen, besluiten we te gaan informeren bij touragency's. Er wordt een fixt-price gehanteerd, dus de tocht kost bij allen even veel. Iedere dag vertrekt er een groep, we hoeven alleen maar aan te geven wanneer. We besluiten daar nog over na te denken. Wanneer we er eigenlijk ut zijn de tocht op vrijdg te beginnen, komen we opeens op het idee een fundive te maken. Waarom niet, we zijn nu op een plek waar het makkelijk kan en het ook nog betaalbaar is. Ik wil graag een nightdive doen, maar Lauren durft dit niet aan. We boeken dus uiteindelijk 2 duiken op vrijdag (zelfde ritueel als tijdens de cursus, maar zonder de oefeningen). De lost city moet dus nog even wachten.

Die vrijdag ben ik weer blij met m'n wekker die af gaat en lopen we weer, vertrouwd, naar Octopus. We gaan met dezelfde boot mee waarop ook de leerlingen mee varen. Met het verschil dat wij geen oefeningen uitgelegd krijgen en onze uitrusting al voor ons is klaargezet. Wat een luxe!! Victor heeft inmiddels nieuwe leerlingen, dus we duiken met een andere instructeur; Johny. Anders dan zijn naam doet vermoeden spreekt hij maar een paar woorden Engels. Onder water geen probleem, maar Victor neem de briefing in de boot van hem over. Zo weten we in ieder geval waar we heen gaan, wat we kunnen verwachten en wat er van ons verwacht wordt. Met ons duikt nog een Australische jongen mee en met z'n vieren gaan we te water. Johny mag dan geen Engels spreken, hij ziet alles onder water en is ook nog eens goed met de camera. Ik heb weer ontzettend genoten. Het lijkt wel of het iedere keer beter, leuker, mooier, enz wordt. Maar dit zijn toch echt voorlopig mijn laatste duiken. Maar over een aantal weken bezoek ik de Galapagos. Wie weet...

Ik besluit om de volgende dag naar de lost city te gaan. Lauren gaat niet mee. 'I don't feel it right now'. Ik voel er echter niet voor om nog langer te wachten. Ik ben inmiddels al een week in Taganga en er is nog veel meer dat ik wil zien en doen. Ik boek de excursie via ons hostel, zodat ik mijn backpack daar kan opslaan en bij terugkomst korting krijg op een bed. Hij vraagt echter CP50.000 meer dan de agentschappen. Wanneer ik hem daarop wijs, zegt hij dat hij die dag ervoor deze prijs heeft doorgekregen en dat alle agentschappen die momenteel vragen. Ik vertel hem dat ik bij de agentschappen ben geweest en dat ze toch echt minder vragen. Uiteindelijk belt hij een agency en zegt dat het inderdaad CP600.000 is i.p.v. CP650.000. Ja, ja, volgens mij probeerde hij die CP50.000 (+/- €25,-) in zijn eigen zak te steken, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet...

Die avond pak ik mijn spullen en maak ik me op voor de 5-daagse hike naar de lost city...

Adios Santa Marta y hola Taganga

Ik loop wat achter met mijn blog, dus 'la historia del dinero' houden jullie van mij te goed.

Na Cartagena was de volgende bestemming Santa Marta; de oudste nog bestaande stad van Colombia. Gesitueerd aan de Caribische kust. (Dat klinkt heel mooi, maar er was niets te beleven).

Christoph bracht ons naar het lokale busstation. We waren eigenlijk van plan een bus van deur tot deur te nemen, maar Christoph raadde ons dat af. En uiteindelijk vertrokken alleen Lauren en ik, omdat Sven een enorme kater had en niet wilde reizen. Joël besloot bij hem te blijven. Lauren en ik waren zo wijs geweest de aguardiente-shots (lokale alcohol) af te slaan die Christoph ons de avond te voren aanbood. Maar de jongens....

Eenmaal afgezet op het busstation was het zoeken naar een bus naar Santa Marta. En daar ging het mis... We hadden netjes geinformeerd of er airco was in de bus, of het een rechtstreekse bus was, hoeveel het koste enz en besloten de bus te nemen die aan onze verwachtingen voldeed. Helaas warmde de bus, die heerlijk koel aanvoelde toen we hem checkten, ontzettend snel op zodra hij begon te rijden. En voor 'rechtstreeks' hebben Colombianen waarschijnlijk ook een andere opvatting. Het aantal stops dat we hebben gemaakt, heb ik niet geteld. We hebben ook nog 'ergens' een half uur op een bussation gestaan, omdat er mensen de bus hadden verlaten en deze stoelen weer gevuld moesten worden. Ondertussen stond er een dvd met een Colombiaanse stand-up comidian aan op een volume waarop een dove nog kon meeluisteren. Plotseling werd er geroepen dat we de bus moesten verlaten om op een andere bus over te stappen. Gelukkig werd ons wel aangewezen welke bus dat was en werkte de airco in deze bus wel. Maar als het enmaal tegen zit...: Deze bus kreeg een lekke band. Dus stoppen, band verwisselen (met ons in de bus??) en weer verder. Zo kwamen we dus na 6 uur aan in Santa Marta, terwijl je het binnen 4 uur kunt doen. Vanaf het busstation hebben we luxe de taxi genomen naar ons hostel. Voor 2500 pesos (+/- €1,10 pp) kun je toch niet tobben?

We hadden gereserveerd in hostel 'the dreamer', aangeraden door Isabela van Flamboyant. Het bleek inderdaad een uitstekend hostel. Een grasveld met een zwembad in het midden en rondom hangmatten. Daaromheen in een blok de dormrooms, receptie, bar en Italiaans restaurant. Vanuit het hostel worden allerlei excursies georganiseerd en ook binnen het hostel zijn activiteiten. Helaas was er op een grote shoppingmall na niets te beleven in de omgeving. Na wat inkopen te hebben gedaan, hebben we daarom de rest van de middag en avond in het hostel doorgebracht. Volgens het rooster zou er een 'drinking game' zijn, maar in plaats daarvan was er een pubquiz! Jeeeh! (sommigen van jullie wel bekend?...) Is het thuis moeilijk een team bij elkaar te krijgen (...), hier sloten binnen no time Kathrin uit Duitsland en Robert (Zuid-Afrika) zich bij ons aan. De vragen werden opgelezen met een heerlijk accent. (Een beetje zoals de Fransen Engels spreken) Het maakte het soms wat moeilijk te verstaan, maar was wel zo charmant. De 1e prijs, een gratis ontbijt, ging helaas aan onze neus voorbij. Met één punt verschil werden we 2e. En op veel vragen wisten we het goede antwoord, maar hadden we na discussie toch de foute optie opgeschreven. Het klopt wat men zegt: Blijf bij je eerste ingeving. (Oh, en olifanten kunnen niet springen, ook al probeert iemand uit Zuid-Afrika je daarvan te overtuigen...)

De volgende dag gingen we op pad om de omgeving te verkennen en namen een taxi naar het centrum. Zoals aan het begin van mijn blog al aangegeven, was er weinig te beleven. We hebben wat rondgeslenterd, maar besloten al snel een taxi te nemen naar Taganga; een nabij gelegen dorpje aan zee waar we onze PADI (open water diving certificat) willen gaan halen. En toen we daar aankwamen was de beslissing snel gemaakt: Adios Santa Marta y hola Taganga. Taganga is een klein dorpje aan de Caribische kust. Volgens de reisgidsen is het een hippiedorp op z'n retour. Ik kan niet beoordelen hoe het hier was, maar de hippies zijn nog niet uit het straatbeeld verdwenen. Het dorp heeft een kleine boulevard, met aan de ene kant wat restaurants en supermarktjes met een zeer beperkt assortiment. Aan de andere kant zijn de (open) barren; rieten overkappingen uitzicht op zee. Daar tussen de straat waar muziek gemaakt wordt en verkopers hun zelfgemaakte sieraden aan de man proberen te brengen; ofwel op een kleedje of lopend. Sommige hostels bevinden zich in een zijstraat van de boulevard, maar de meeste bevinden zich langs de weg die bergopwaards gaat. In één van deze hostels reserveren we een bed voor de volgende nacht. Na nog wat van de omgeving te hebben genoten en op het strand wat gegeten te hebben, keren we 's middags terug naar Santa Marta waar Joël en Sven inmiddels ook zijn aangekomen. Met de bus die Lauren en ik ook van plan waren te nemen, maar die Christoph ons afgeraden had. En die hij hen nu had aangerdaen (???). Na een confortabele reis van 3,5 uur waren zij er heel wat beter aan toe dan wij de dag ervoor. De volgende keer toch maar bij ons eigen plan houden.

Het plan was om de volgende dag informatie in te winnen over de verschillende divecentres in Taganga. Er zitten er op z'n minst 10. Taganga is dan ook een populaire plaats om duikcertificaten te halen. De duiksites behoren niet tot de mooiste, maar in vergelijking is het er erg goedkoop. Joël was echter bang dat hij te weinig tijd zou hebben, omdat hij binnen een paar dagen zijn vliegtuig richting LA en vervolgens Australië moest halen. Hij kwam dus op een gegeven moment melden dat we de volgende dag om 15u bij Octopus werden verwacht om de instructievideo te bekijken. Een beetje voortvarend, maar prima. Als het niets blijkt te zijn wanneer we daar aankomen, dan kunnen we er altijd nog voor kiezen om naar een andere te gaan.

Die avond gaan we terug naarTaganga, waar we wat eten en van livemuziek in een barretje genieten. Het is druk en gezellig in dit barretje, waarschijnlijk vanwege deze live muziek. Het valt ons namelijk op dat er in de andere barretjes bijna niemand is. Het is druk, maar de meeste mensen bevinden zich op de boulevard. Daar is het levendig met flanerende mensen, verkopers, straatmuzikanten en dansende mensen. Rond 00uur keren we terug naar de dreamer, waar we nog een laatste nacht doorbrengen voordat ons duikavontuur begint...

p.s. De komende dagen ben ik weer even onbereikbaar. Ik trek de Jungle in!!

Colombia; "The only risk is wanting to stay"

Voor mijn vertrek heb ik veel vragen gehad over mijn plan om Colombia aan te doen tijdens mijn reis. Is dat niet veel te gevaarlijk? En hoe zit het dan met cocaïne en de farc? Ga je daar echt naartoe? En alleen?

Eerlijk is eerlijk; een slecht imago komt niet zomaar uit de luct vallen. Colombia's geschiedenis is turbulent en nog heel vers. De beruchte drugsbaron Pablo Escobar is slechts 19 jaar dood en volgens de CIA is Colombia tot op de dag van vandaag nog steeds de grootste cocaïneproducent ter wereld. Ook de onrust met betrekking tot de guerillagroeperingen en paramilitairen houden nog altijd aan. Maar het lijkt zich altijd ver van de gebaande paden af te spelen. Met inachtneming van de provincies waar je beter niet kunt komen, voelt Colombia over het algemeen als een land waar je kunt gaan en staan waar je wilt. Sinds een jaar of 10 is het veilig om als tourist te reizen door dit prachtige land. En sinds een aantal jaar wordt tourisme ook echt gepromoot; o.a. met de slogan die ik als titel van dit blog heb gebruikt. En, ja; 'wanting to stay' is niet het enige risico dat je hier loopt. Maar waar op de wereld is dit wel zo? Zeker niet in ons (momenteel niet zo) koude kikkerlandje.

Mijn avontuur in Colombia begint in Cartagena, waar ik voet aan land zette en plek vond in het guesthouse van Christoph. Ik was niet van plan daar lang te blijven. Christof is erg gastvrij en het huis is prachtig, maar het is niet een plek waar je mensen ontmoet. Aangezien de medebootreizigers Sven, Joel en Lauren hun interesse voor Colombia's nr1 exportproduct (en dan heb ik het niet over koffie) niet verborgen hielden, betwijfelde ik of ik met hen verder wilde reizen. Ieder zijn plezier, maar dat is niet mijn ding. Woorden bleken echter geen daden en ik heb een erg leuke tijd met ze. Ik heb dus 4 nachten gebruik gemaakt van de gastvrijheid van Christoph.

De eerste dag heb ik niet veel gedaan. We arriveerden aan het begin van de middag in Cartagena en het heeft nog uren geduurd voordat ik het gevoel op een boot te zijn kwijt was. Ik heb wat boodschappen gedaan en de omgeving wat verkend. Het huis ligt en blok van de haven vandaan, met een supermarkt om de hoek. Ideaal! 's avonds hebben we met z'n allen op het dakterras wat gedronken en ook Eric en Isabela kwamen nog even langs.

De volgende dag was mijn eerste volledige dag in Cartagena en tijd om deze stad te gaan verkennen. Cartagena was de belangrijkste havenstad van de oude Spanjaarden toen zij nog heer en meester in dit gebied waren. De stad werd volledig ommuurd ter bescherming tegen de aanvallen van zeerovers. Inmiddels is de stad vele malen groter, maar de oude stad en de muur zijn grotendeels bewaard gebleven. Het is vreemd om daar rond te lopen en te bedenken dat daar eeuwen geleden ook mensen hebben gelopen en gedeeltelijk hetzelfde hebben gezien. De stad is levendig; vol met artiesten, venters, touristen en locals. We hebben hier een halve dag rondgeslenterd en ik heb mijn ogen uitgekeken. Maar backpacken heeft ook een nadeel; alles wat je koopt moet je met je meeslepen. Ik heb genoten van alle mooie koopwaar, maar niets gekocht. 's Avonds hebben we wat gegeten en gedronken op het dakterras van een café. Een heerlijke avondbries (het is overdag kokend heet) en Cubaanse muziek. Lokale gerechten en cocktails.

Onze volgende trip was een excursie naar El Totumo, een moddervulkaan ongeveer 50 km buiten Cartagena. Om 8:30 zouden we vertrekken, maar hier gaat men anders om met tijd dan in Nederland. Uiteindelijk zijn we ongeveer 1 uur later weggereden. Zoals met de meeste excursies duurde de reis het langst. Bij verschillende apartementen en hostels moesten mensen opgepikt worden. Het modderbad zelf, de eigenlijke excursie is een ervaring op zich. Bij de vulkaan aangekomen, moest iedereen zich in de bus ontdoen van kleding en schroeisel. In je badkleding, op blote voeten mocht je de bus verlaten. Alleen je camera mocht je meenemen. Voor 3000 pesos (+/- €1,30) werden er foto's van je genomen met je eigen camera. Vervolgens moest je wachten tot je toestemming kreeg om de vulkaan te beklimmen. (Ik vraag me overigens nog steeds af wat er eerder was; de vulkaan of het idee van de modderbaden) Via een houten trap klim je achter elkaar naar boven; nieuwsgierig naar wat er op de top is. Eenmaal boven kon ik niets anders dan lachen. Er was een vierkant modderbasin vol met mensen. Geen lege plek te zien. Er was één trap om het basin in te gaan en één om er weer uit te komen. Een constante mensenstroom die deze trappen af en op gaat. En toen was ik zelf aan de beurt... Het is één van de meest bizarre dingen die ik meegemaakt heb. Je kunt er niet in staan, omdat het veel te diep is. Je kunt er niet in zwemmen, want je komt niet vooruit. Zodra je in het modderbad bent, krijg je een duw en drijf je naar het midden waar je wordt opgevangen door allerlei modderige lichamen. Wildvreemden die vragen of je hun benen naar beneden wil duwen (als ze omhoog komen, heb je geen controle meer over je lichaam), of ze vragen of je ze een zet een bepaalde richting in wil geven. Ondertussen komen mensen, van top tot teen onder de modder het bad uit. (Als je het geluk hebt die kant op geduwd te worden.) Vervolgens moet je langs een glibberige trap de vulkaan weer af, naar een verderop gelegen meertje. In dit meertje kun je de modder weer van je afwassen en staan vrouwen met teiltjes om je voor 3000 pesos hiermee te helpen. En dat is geen overbodige luxe; je vind de modder overal terug. Hoewel we een halve dag onderweg zijn geweest en misschien in totaal 25 minuten in en rond de vulkaan hebben doorgebracht, had ik het niet willen missen! 's Avonds hebben we bij de haven doorgebracht. De plek waar de Cartagenen bij elkaar komen. Er is muziek, er zijn eetstalletjes en er was zojuist een enorm cruiseschip binnengekomen. Het is ongelofelijk hoe groot hij was en verbazingwekkend hoe dicht hij aan de kust lag. En hoe vreemd is het te lezen dat zo'n schip in Italië gekapzeist is, vlak nadat wij zo'n zelfde schip hebben bewonderd.

De laatste dag in Cartagena stond in het teken van 'el dinero', maar dat is een verhaal op zich...

Sailing San Blas

Allereerts: Leuk om jullie reacties te lezen! En bij voorbaat excuses; ik vermoed dat dit weer een heel verhaal gaat worden...

Ik heb jullie achtergelaten bij mijn 1e pina colada. Niet zo'n beste overigens, maar de omgeving maakte alles goed. Die avond heb ik kapitein Eric (49, Canadees) en zijn vrouw Isabela (36, Colombiaanse) ontmoet. Eric is niet mijn type, veel te vol van zichzelf. Isabel is een schat. Ze hebben samen al heel wat van de wereld gezien. Eerst met hun privé-vliegtuig, later met hun zeilboot. Nu zeilen ze al bijna een jaar tussen Panamá en Colombia heen en weer. (www. sailboatflamboyant.com) Ze hebben plek voor 6 gasten op hun boot en de komende 5 dagen zal ik één van deze gasten zijn. Ik moet echter nog wat geduld hebben, want we vertrekken pas de volgende dag om 20:00uur.

De avond is gevuld met gezelligheid en muziek (goed gitaarspel en vals gezang). Captain Jack is een gezellig en schoon hostel. Het is er levendig, maar met respect voor nachtrust. Slapen in dorms gaat me overigens zo-is-zo beter af dan ik verwachtte. Ik ben nogal fan van mijn eigen bed...

De volgende dag vul ik met het verkennen van de omgeving. Portobelo is een oud kustplaatsje. Er is niet veel te beleven, maar de omgeving is mooi en de mensen zijn vriendelijk. Zoals te verwachten zijn er veel boten; van kleine vissersbootjes tot luxe jachten. De 'Flamboyant' heb ik echter niet kunnen ontdekken.

Captain Jack brengt ons om 20:00u naar de haven. (die is er dus wel) Daar wachten we tot Eric ons met de dingy komt ophalen. Mijn medereizigers voor de komende dagen zijn Dan en Trish (USA) Joel en Lauren (Australië) en Sven (Zweden). De eerste nacht verblijven ook Nastasia en Mick (Canada) op de boot. Zij zullen achterblijven op het eerste eiland dat we aandoen en later met een andere boot terug varen. Er is voor hen geen slaapplaats op de boot, dus zij zullen op het dek moeten slapen. Later zal blijken dat het voor hen geen verschil zou hebben gemaakt als er wel een slaapplek binnen was; ze hebben beiden de hele nacht over de reling gehangen. Ik had voor de zekerheid primatour genomen. Je wordt er wat duf van, maar misselijk ben ik niet geworden, ondanks dat de eerste nacht best ontstuimig was.

De volgende dag maakte de onstuimige reis van +/- 12uur echter meer dan goed. Vanuit het niets zag ik plotseling overal om me heen kleine eilandjes opdoemen. Op de kleinsten staat niet meer dan 1 palmboom. Het grootste eiland dat ik heb gezien is ongeveer zo groot als een voetbalveld. De San Blas bestaat uit 365 kleine bounty-eilandjes. (Hoeveel het er precies zijn, weet volgens mij niemand. Iedereen geeft een ander antwoord op de vraag hoeveel het er nu werkelijk zijn. Ik vind 365 wel een mooi getal; voor iedere dag van het jaar 1.) Op de eilanden wonen de Kuna's. Ze noemen de San Blas zelf Kuna Yala en zijn onafhankelijk. Ze leven van tourisme, visserij en van 'mola'. Mola is hun traditionele handwerk; van kettingen en armbandjes tot pannenlappen. Allemaal even kleurig. De wat grotere eilandjes zijn bewoond door de Kuna. Het is echter niet hun eigendom. De eilanden zijn van niemand en van iedereen. De Kuna's wisselen iedere 3 maanden van eiland.

We hebben 3 dagen doorgebracht op de San Blas en verschillende eilanden bezocht. De boot gaat voor anker en dan is het in bikini naar het eiland zwemmen. Ondanks dat je niet echt wat te doen hebt, vliegt de tijd. Zwemmen, wandelen, lezen, volleybalen en ik heb sinds lang weer gevliegerd. De avonden brengen we door op de boot. Mijn mening over Eric blijft ongeweizigd. Het is geen foute man, maar hij zou een stuk aangenamer zijn als hij wat minder hoog van de toren blies over zichzelf en wat minder klaagde over reizigers die hij wel of niet op zijn boot heeft gehad. Zoals al gezegd; zijn vrouw Isabela is een schat. Maar wel één met pit. Ze heeft gedurende de trip de heerlijkste maaltijden klaargemaakt en veel verteld over de Kuna's en de eilanden. De groep is leuk en het is makkelijk aansluiting te vinden bij ze. We hebben erg veel lol en een van de hoogtepunten was toch wel 'Not do the dishes'. Joel en Sven hadden bedacht dat zij de afwas niet hoefden te doen, maar in plaats daarvan Eric zouden assisteren bij het zeilen. Iedereen vond dat best, maar blijkbaar knaagde er toch iets, want ze boden zelf aan de grote avondvaat te wassen. Ze hebben hier een grote show van gemaakt. Zingend, dansend en beatboxend. Hilarisch om te zien en te horen. Het is vastgelegd op camera, dus mogelijk kan ik het ergens plaatsen. (Mijn korte beschrijving doet het geen eer aan) Als die 2 zich zouden laten volgen door een cameraploeg en dit uit zouden zenden, zouden ze genoeg verdienen om betaald te kunnen reizen. Het is ook bijna niet te geloven dat ze elkaar pas een week of 5 geleden hebben ontmoet. Ze vullen elkaar zo goed aan. De sfeer is goed en op één vreemde uitval van Eric na valt er geen onvertogen woord.

Maar aan alles komt een eind. Zo ook aan ons verblijf op de San Blas. Er staat ons een zeiltocht voor de boeg van +/- 40 uur op open zee. Zo ver als je kijken kunt zee en verder niets. Zeeziek ben ik tijdens deze overtocht niet geweest, niemand overigens, maar het constante schommelen van de boot, de zon en het niets doen (omdat je niets kunt doen) zorgen wel voor een duf gevoel. Gelukkig zijn we 's avonds gaan varen, zodat een groot deel van de reis 's nachts plaats vond (2 nachten). Gedurende de dag voelde ik me echter een zombie. Je wilt wel wat doen, maar hebt er de fut niet voor. (En wat kun je uiteindelijk doen op open zee?) Gelukkig zat het weer mee en is het niet al te ontstuimig geweest. Al ging er wel een zeil verloren door de sterke wind. Eén van de mooiste momenten was juist tijdens deze overtocht; Een groep dolfijnen zwom een tijdje met de boot op. Prachtig om deze dieren van zo dichtbij in hun eigen omgeving te kunnen zien. Helaas geen foto's, want alle camera's lagen benedendeks. Maar ook zonder camera's zal dit me bij blijven!

Eric heeft het schip prima naar Cartagena geloodst, deels zeilend en deels op de motor. Het is erg fijn om uiteindelijk land te zien na zo veel tijd op open zee te hebben doorgebracht. Langzaam komt alles dichterbij en wordt alles groter. En dan ook echt groot; In Cartagena staan wolkenkrabbers die in een gemiddelde wereldstad niet zouden misstaan. Als we na 2 uur de haven bereiken, (wanneer je land ziet, ben je er nog niet) stappen we voor de laatste keer in de dingy en zetten voet aan land. In Zuid-America. In Colombia, het land waar ik naast Bolivia het meest naar uit kijk. Het is vreemd om weer vaste grond onder mijn voeten te hebben. Ik zal nog de rest van de dag het schommelende gevoel van de boot houden.

Mede doordat het hoogseizoen is voor de Cubanan zelf, is het lastig om een slaapplek te vinden. De eerste vijf hostels die we bellen, blijken vol te zijn. Isabela biedt aan een vriend van haar te bellen die een gasthuis heeft. Ook hij heeft niet genoeg kamers vrij, maar wil wel wat voor ons regelen en ook nog tegen een mooie prijs. We besluiten dit te doen en de volgende dag wel verder te kijken. Bij het huis aangekomen blijkt de gastheer Christoph uit België te zijn. Wat fijn om na een week weer Nederlands te kunnen spreken met iemand! En ook hij vind het fijn zijn Vlaams weer een beetje op te halen. Er blijkt één tweepersoonskamer vrij te zijn. Er wordt een matras bijgelegd en Lauren, Sven en Joel nemen daar hun intrek. De sporttoestellen in de 'gym' worden aan de kant geschoven en met een slaapbank wordt deze omgetoverd tot de kamer van Dan en Trish. Ik beland zelf met de vrouw des huizes in de echtelijke slaapkamer en Christoph slaapt die nacht in de hangmat. Dan en Trish zullen de volgende dag vroeg naar de luchthaven vertrekken, dus als ik besluit hier te blijven zal ik morgen in de gym slapen. De gym bevind zich boven in het huis en wanneer je de schuifdeuren opendoet kom je op het dakterras met jacuzi. Dat kan slechter volgens mij...

Hasta luego!!

Panamá; hola y adios....

Waar moet ik beginnen??

Laat ik het hele stuk van 'laatste avond' en 'afscheid' maar overslaan. Zonder dat wordt het verhaal toch vast al te lang.

Dag1: De vluchtis goed verlopen. We zijn iets later dan gepland de lucht in gegaan en ondanks tegenwind en turbulentie toch op schema geland op Tocumen airport in Panamá City. De vlucht duurde ongeveer 11uur en die ben ik beter doorgekomen dan verwacht. Gelukkig wat slaap in kunnen halen en verder wat muziek geluisted en een paar afleveringen van Grey's Anatomy gekeken.

Om 17:05 lokale tijd (23:05 Nederlandse tijd) stonden we weer aan de grond. Lokale weer: halgbewolkt en 30 graden. Wat een verschil met het niet zo koude, maar wel regenachtige Nederland dat ik 's ochtends achter me liet! De douane, het ophalen van mijnbagage enhet zoeken van eentaxi verliepen voorspoedig. Jammer dat de chauffeur moeite had met het vinden van de hostels. Al met al zat ik tijdens de Nederlandse jaarwisseling dus in een taxibusje met twee andere Nederlandse touristen. Ik heb het maar aan me voorbij laten gaan.

Eindelijk aangekomen bij het hostel (villa vento surf), bleek de geboekte kamer niet een kamer te zijn, maar 2 stapelbedden achter een kamerscherm op een overloop. Maar ook hier zat het weer mee, ze haden me omgeboekt naar de damesslaapzaal; 6 stapelbedden en airco. Ik was van plan een uur of twee te slapen, omdat ik erg moe was. Ik werd echter pas wakker van het vuurwerk. Ik had op internet gelezen dat er niet echt vuurwerk wordt afgestoken met oud en nieuw. Alleen georganiseerd. In de buurt waar ik sliep is er echter genoeg de lucht in gegaan. Zo had ik toch nog een beetje een oud en nieuw-gevoel. Uiteindelijk heb ik me weer omgedraaid en verder geslapen.

Het was wel een vreemde ervaring, de eerste nacht. Ik schrok op een gegeven moment wakker (waarschijnlijk van een kamergenoot) en wist niet waar ik was. Vervolgens dacht ik dat ik gewoon thuis was, maar toen ik mijn ogen open deed, herkende ik niets. Het duurde even voordat ik me realiseerde waar ik was. Ik viel vrij vlot weer in slaap, maar ben vaal wakker geweest. Iedere keer was er weer een bed gevuld met iemand die ik niet kende. Door het tijdsverschil was ik om 06uur eigenlijk al uitgeslapen, maar ik heb het weten te rekken tot 08:45.

Beneden gekomen, was de vloer vol met slapende mensen op luchtbedden. Ik heb me maar rustig gehouden en een beetje op internet gesurft en gelezen. Langzaam aan werd iedereen wakker. De meeste met hoofdpijn. Sommigen met kneuzingen. In een ondiep zwembad springen was niet iedereen goed bekomen.

Maar ik ben niet naar Zuid-Amerika gekomen om in een hotel te zitten. Weliswaar is 1 januari ook in Panamá een feestdag waardoor eigenlijk alles gesloten is, er was één supermarkt open. Dat was dus m'n doel voor de dag; boodschappen doen en gelijk wat van de omgeving zien. De supermarkt was zo'n 20 minuten lopen. Het ene moment langs grote gebouwen, het volgende moment langs knusse huisjes met verandas. Veel tuinen en plantsoenen zijn nog in de kerstsfeer; van grote, verlichte kerstbomen tot complete kerststalletjes. Het was fijn om buiten te zijn en ik heb me geen moment onveilig gevoeld. Ik heb ook gelijk mijn Spaans kunnen oefenen. Het was een wat verwarrend gesprek omdat ik naar de supermarkt vroeg en de man begon over el Rey (de koning). Toen ik bij de supermarkt aankwam bleek dat echter de naam van deze supermarkt te zijn... De terugweg verliep voorspoediger (dankzij alle kerststalletje e.d. als herkenningspunt)

Echt contact met medereizigers heb ik in dit hostel niet gehad. Sommigen leken het zelfs vreemd te vinden dat ik hen groette. Ik ben benieuwd hoe dit op andere plekken zal zijn. Ik kan prima alleen zijn, maar hoop toch op wat meer contact de komende maanden.

Dag 2: Dag 2 begon met een dilemma. Ik had aangegeven dat ik zo snel mogelijk een boot naar Cartagena wilde nemen. De eigenaar van het hostelvertelde dat er een plekje was vrijgekomen, maar dat betekende dat ik dezelfde dag nog door moest reizen naar Portobuelo. De volgende boot zou pas over een week gaan. Dus; meteen de boot pakken en geen tijd meer hebben om Panamá Stad (en het kanaal) te bekijken of langer blijven dan gepland en 'een bestemming zoeken' om deze dagen te vullen. Ik heb 10 minuten nagedacht en er uiteindelijk voor gekozen om bij mijn plan te blijven en zo snel mogelijk naar Colombia te varen. Dat betekende dus onmiddelijk mijn spullen pakken.

Vandaag heb ik dus ook mijn eerste 'echte' reiservaring gehad. In Panamá komen taxi's je niet ophalen. Je moet de straat op om er één aan te houden. Bepakt met mijn bagpack en daypack ben ik dus de straat opgelopen, op avontuur. Een taxi had ik zo gevonden en mijn eerste stop was een ander hostel waar ik alvast een voorschot op de boottocht moest betalen. Daar kreeg ik ook de informatie over de boot; de Flamboyant met schipper Eric. Vervolgens moest ik naar Portubelo zien te komen. Het eerste gedeelte verliep vrij soepel. Met een taxi naar de busterminal en van daaruit de bus naar Colón. Ik had daar wat moeite met het vinden van een werkende atm, maar na wat rondgelopen te hebben, heb ik er uiteindelijk 1 gevonden. De bus naar Colón was een luxe touringcar met een foute film over 2 mannelijke kunstschaatsers (nagesynchroniseerd in het Spaans), waarvan het hele verhaal me is ontgaan. In een plaatsje waar ik de naam van vergeten ben, moest ik overstappen. De chauffeur gaf mij netjes een seintje. Daar begon de uitdaging; In de juiste bus zien te komen. Chickenbusses reden af en aan en hordes mensen storten zich op de bus om een plekje te veroveren. Als de bus vol is begint hij te rijden. Met de deuren nog open en mensen hangend aan deze deuren. Kom daar maar eens tussen met een grote rugzak! Ik heb 2 bussen voorbij moeten laten gaan, omdat ik er echt niet bij kon. De 3e bus kon ik in, maar niet verder dan de trap. Daar hing ik dus aan een schot van de bus met een rugzak van ongeveer 15kilo die in de bochten steeds richting uitgang helde. Door alle haast had ik weinig gegeten en ik vroeg me af hoe lang ik dit vol zou houden. Toen ik in mijn beste Spaans aan een medepasagier vroeg hoe lang de rit zou duren, bleek dat 45minuten te zijn!! De enige manier om dat vol te houden is verstand op 0 en gedachten verzetten. Dat werkte wisselend. Op een gegeven moment dacht ik er over om de bus te verlaten, maar vond dat ik het vol moest houden. Als je door deze landen wilt reizen, moet je ook dit soort ritjes doorstaan. En gelukkig verlieten wat mensen de bus en kon ik mijn rugzak af doen en op het trapje ziten. De rit bleek uiteindelijk niet45minuten te duren, maar 1,5uur. Dat had ik echt niet volgehouden...

De aanwijzing die ik van het hostel had gekregen, was dat ik in Portobelo naar de haven moest en daar in de Yachtclub Eric, de kapitein van Flamboyant zou vinden. In Portobelo aangekomen kon niemand echter vertellen waar de haven was. Vreemd voor een plek waar wekelijks op z'n minst 3 a 4 boten met touristen richting Cartagena vertrekken. Samen met een meisje uit Polen, die ook een kapitein zocht, ben ik daarom maar gaan lopen. We hebben verschillende mensen de weg gevraagd (zij reist al 2 maanden door Midden-Amerika en haar Spaans is iets beter), maar niemand kon ons de weg naar de haven vertellen. Uiteindelijk sprak een jongen ons aan en hij zou het voor ons uitzoeken. In de tussentijd konden we plaats nemen op het terras. En nee, dit was geen verkooptruc; we hoefden niets te bestellen. Uiteindelijk kregen we zelf een drankje aangeboden tijdens het wachten. Nadat we daar ongeveer een half uur hadden gezeten, kwam er iemand die vertelde alle kapiteins te kennen. Hij vertelde ons ook dat ze meestal niet bij de boot zijn, maar naar Captain Jack komen, het plaatselijke hostel. Hij heeft ons daar ook heen gebracht. En ook hij hoefde hier niets voor te hebben, al hebben we hem wel wat gegeven.

Nu zit ik hier dus op het terras van een gezellig hostel met een pina colada (mijn 1e) dit stuk te tikken. Tussen 18u en 19u is Eric, de kapitein hier om uitleg te geven over de reis. De komende 3dagen breng ik door op San Blas, een groep bounty-eilanden om vervolgens in 2 dagen over open zee naar Cartagena te zeilen. Tot daar! (en dan probeer ik het wat korter te houden)

Hasta Luego!