En 16 semanas desde Ciudad de Panamá a Santiago de Chile...

Laatste blog...

M'n vorige blog was ik gestopt bij het plan om te gaan paragliden. Dat is helaas niet doorgegaan. De avond van te voren stond de man van de agency opeens voor de deur om ons geld terug te brengen. Het was hem toch niet gelukt een instructeur te vinden. Dat in Bolivia... Je bent nergens zeker van.

Na Sucre ben ik doorgereisd naar Potosí; vooral bekend om de zilvermijnen. Ex-mijnwerkers geven rondleidingen door deze mijnen. Erg indrukwekkend. Het werk in de mijnen is erg zwaar en ongezond, maar het is erg gewild omdat het goed verdient. Ik was blij na 2 uur weer rechtop tekunnen staan, daglicht te zien en frisse lucht in te kunnen ademen!

Om alle stof van ons af te wassen zijn we de volgende dag naar een warmwaterbron gegaan. Een klein meertje met een tempertuur van 30 graden. Je kunt er nergens staan, vanaf de kant is het gelijk meters diep. Heerlijk om in rond te dobberen. Ook hebben we ons hier een heerlijke, natuurlijke modderpakking gegeven, met de modder van de wanden van het meer. En genoten van de zon en het meegebrachte fruit.

De volgende bestemming was Tupiza, waar we paard hebben gereden. Vijf uur door een landschap dat veel weg heeft van 'het wilde westen'. Daar wordt handig op ingespeeld; je krijgt een cowboyhoed en chaps aangemeten. Het landschap is schitterend. De canyons doen zeker niet onder voor die in Amerika!

Vanuit Tupiza heb ik ook de Salar-tour gedaan. Vanuit Tupiza in 4 dagen naar Uyuni in een jeep. Een van de hoogtepunten van m'n reis. Vroeg opstaan en erg koud, maar wat een prachtige landschappen. Ik heb van het begin tot het eind genoten!

Na deze tour as het tijd om Bolivia te verlaten. Wederom in een jeep ben ik naar de grens met Chili gereden en van daaruit verder met de bus naar San Pedro de Atacama. De droogste plek ter wereld. (En naast de droogste plek waarscheinlijk ook de stoffigste plek) Een klein plaatsje in de Chileense woestijn waar een heerlijk relaxte sfeer hangt. Wel even schrikken van de prijzen. Bolivia was extreem goedkoop. In San Pedro zijn de prijzen bijna Westers te noemen. Ik heb hier een 'stargazing-excursie' gedaan. San Pedro is één van de beste plekken in de wereld om sterren te kijken. Het is er bijna altijd onbewolkt en er is weinig kunstmatig licht in de omgeving, zodat de sterren nog helderder lijken. Eerst kregen we uitleg over de geschiedenig van het sterrenkijken en werd er uitgelegd waar we eigenlijk naar keken. Vervolgens kregen we de tijd om door 10 verschillende telescopen naar steren en planeten te kijken. Ik gebruik het woord veel, maar ook dit was erg indrukwekkend. Ik had nog wel uren kunnen blijven kijken, maar het is ook 'bussines', dus we moesten plaats maken voor de volgende groep. De tour werd afgesloten met warme chocolademelk, die erg welkom was. Overdag is het heerlijk zonnig, maar zodra de zon onder gaat is het flink koud!

Na San Pedro ben ik richting de kust gegaan. 17 uur in de bus naar La Serena. (Wat een luxe bus vergeleken met wat ik gewend was!) Jammer dat de zon me hier in de steek liet. Toen ik aankwam scheen hij nog, maar de volgende dag was het behoorlijk bewolkt (en daardoor ook gelijk koud). Het geplande stranddagje ging dus niet door. En ook de dagen daarna bleef de zon achter de wolken. De stad is één van de oudste van Chili en daardoor gelukkig wel de moeite van het bezoek waard. Ik heb wat door de oude stad geslenterd en de Japanse tuin bezocht. Een cadeau van Japan aan La Serena. Bij mooi weer waarschijnlijk een plek waar je een middagje kunt doorbrengen, maar nu te koud om stil te zitten.

Bij gebrek aan zon besloten om de volgende kustplaats over te slaan en direct door te reizen naar Santiago. De hoofdstad van Chili en het eindpunt van mijn reis. wederom een erg confortabele busrit en een groot gedeelte met uitzicht op de kust.

Satiago is een grote stad met bijhorende grote gebouwen en verkeersdrukte. Gelukkig is er ook veel ruimte gemaakt voor groen. Ik heb hier vooral gerelaxt. Geen wekker zetten, boekje lezen in het (zonnige!) park, internetten met een wijntje erbij. Gewandeld door de stad en wat laatste souvernirs gekocht. Heerlijk om mijn reis zo relaxt af te kunnen sluiten.

Gisteren heb ik m'n tas gepakt, vanmorgen ben ik uitgecheckt en over 2 uur rijd de taxi voor om me naar de luchthaven te brengen. Morgen rond 14u Nederlandse tijd land ik als alles goed verloopt op Schiphol. Ik heb heerlijke tijd gehad en een prachtige reis gemaakt, maar kijk er naar uit om iedereen weer te zien, in m'n eigen bed te slapen, bruin brood te eten, andere kleding te dragen en... en... en...

Tot snel!!!

Toch foto's!!

Ik hoop dat de link werkt!!

http://www.mijnalbum.nl/Album=HIJJLSQE

Paradijs (en meer)

Mijn laatste verhaal kwam uit de Ecuadoriaanse jungle en die heb ik inmiddels meer dan een maand geleden al verlaten. Tijd voor een update. Die liet even op zich wachten, deels omdat ik geen internet had en deels omdat ik flink ziek ben geweest. Maar dat komt later, eerst de Galapagos!

Ik zou eigenlijk met Eloise gaan, een Frans meisje waarmee ik ruim een week gereisd heb in Ecuador. Het reisbureau was echter erg onhandig, in die mate dat het een slechte film leek. Hierdoor kwam Eloise in tijdnood en besloot de Galapagos over te slaan. (Galapagos overslaan????) Voor mij werkte het uiteindelijk wel goed uit en voor een mooie prijs was ik 8 dagen lang pasagier op de Floreana, samen met 15 andere reizigers.

Op 1 maart vloog ik vanuit het koude Quito naar de tropische Galapagos archipel. Daar ontmoette ik onze kapitein en de medereizigers op de luchthaven. Een leuke, gezellige groep. Ik deelde een hut (stapelbed en voor de rest net genoeg ruimte om een deur open te kunnen doen) met de Duitse Heidi. Gelukkig klikte het goed. En we hadden het geluk om een hut aan dek te hebben, waardoor we 's nachts met de deur open konden slapen. Heerlijk met alle geluiden uit de natuur en qua temperatuur ook beter dan de airco's die de temperaturen niet aankonden.

De dagen op de boot waren behoorlijk strak ingedeeld. Iedere dag om 7uur ontbijt. Vervolgens een bezoek aan een eiland en daarna snorkelen. Om 12uur lunch en 's middags weer een bezoek aan een eiland en snorkelen. Om 19uur avondeten.

Als ik de dagen dag voor dag zou beschrijven, zou iedereen bij dag 2 al afhaken vanwege de lappen tekst. Zoveel heb ik gezien en meegemaakt op de Galapagos. Het is eigenlijk onbeschrijfelijk. Ieder eiland heeft zijn eigen charme. Op sommige eilanden zie je veel vogels, op andere zeeleeuwen en iguanas. En op weer andere eilanden zijn het de vreemde vormen van de natuur die adembenemend zijn.

Het was voor mij echt een vakantie in een reis. Vanuit Nederland is het bijna onbetaalbaar, maar als je de kans hebt om te gaan; GA!!

Een groot gedeelte van de natuur is nog ongerept. Er zijn paden waar je mag lopen, echter alleen onder begeleiding van een erkende gids. Deze gids is er verantwoordelijk voor dat de groep bij elkaar blijft en niet van de paden afgaat, geen vuil achter laat e.d. En de dieren zijn inderdaad niet bang voor mensen. Je kunt erg dichtbij komen en dat is echt bijzonder om mee te maken! Soms komen de dieren zelfs te dichtbij, of ligt er een zeeleeuw op de trap die je af moet lopen om weer bij de boot te komen. En hoewel je dichtbij kunt komen, ze zijn niet ongevaarlijk. Je stapt er niet zomaar even omheen.

Het snorkelen is ook bijzonder. Ik had het al vaker gedaan, maar dat was niet te vergelijken met het snorkelen op de Galapagos. Iedere keer snorkelen had weer andere hoogtepunten; zeeleeuwen die speels om je heen cirkelen, een schildpad die langzaam door het water lijkt te zweven, een pinguin die ineens onder je door schiet, haaien die je op een paar meter afstand passeren. Roggen die uit het niets lijken te komen. Scholen met kleurrijke visjes. De onderwaterwereld is prachtig!

Ik had mijn vluchten zo geboekt dat ik na de cruise nog 4 dagen Puerto Ayore kon doorbrengen, op één van de eilanden. Het bleek dat de meesten op onze boot dit hadden gedaan en de laatste dagen ben ik opgetrokken met Heidi, een koppel uit Engelenad en een jongen uit Duitsland. De eerste 2 dagen ben ik met de 2 jongens gaan duiken. Ik had al besloten dat ik dat hier op de Galapagos wilde doen toen ik in Taganga mijn PADI haalde en het was helemaal leuk om dit samen met de jongens te kunnen doen. De eerste dag was echt onbeschrijfelijk en overtrof alles wat ik tijdens de cruise gezien had. Ik was nog aan de oppervlakte toen ik de eerste haai onder me door zag zwemmen en eenmaal op de bodem wist ik gewoon niet waar ik moest kijken. Verschillende soorten haaien, op een gegeven moment zelfs een school van +/- 20 die op de bodem rustten. Verschillende soorten roggen, schildpadden, pinguins. Zeeleeuwen die met ons kwamen spelen. Ze komen in volle vaart op je afzwemmen en wijken op het laatste moment uit, zwemmen onder je door, over je heen. Onbeshrijfelijk. De tweede dag was heel anders, maar ook erg bijzonder. We kwamen in een enorme school vissen terecht en hebben een mantaray van 5meter gezien. De ray was ons doel van de tweede dag, dus dat was perfect. De duikinstructor zei dat hij 7 meter was, maar de jongens en ik waren het erover eens dat dat wat overdreven was. Helaas geen foto's van de ray. De duikinstructor wilde daar net te veel geld voor hebben en we vonden dat we hem al genoeg betaald hadden. Van de eerste duik heb ik wel foto's!!

De rest van de dagen heb ik echt als een tourist doorgebracht. Een bezoek aan lonely George, de laatste reuzenschilpad van zijn soort die maar niet voor nageslacht wil zorgen. Ijsjes eten op het terras en snuffelen in souvenirshops. (Er is een iguana van keramiek onderweg naar Nederland. Ik hoop dat hij heel aankomt!)

Na de Glapagos ben ik doorgereisd naar Mindo. Een behoorlijke reis, maar ik wilde niet terug naar Quito. 's ochtend om 7uur vertrok ik uit m'n hostel op de Galapagos en 's avonds tegen 21uur was ik in Mindo. Een klein dorpje in een nevelwoud. Hier heb ik een canopytour gedaan. Aan een katrol op grote hoogte van het ene platvorm naar het andere 'vliegen'. En op sommige momenten was het net vliegen. Bij 'de vlinder' hang je achterstevoren en op z'n kop, terwijl de instructeur je beneb beet houdt (en je natuurlijk gezekerd bent!) Ik weet niet hoe een vlinder zich voelt, maar ik hoop beter dan ik me voelde. Het gevoel van vliegen was geweldig, maar door de houding voelde ik iedere speir in m'n lichaam. De 2e variant was superman. Deze was wat spiervriendelijker. Je hangt in de bekende supermanhouding aan de katrol en wederom worden je benen door een instructeur beetgehouden. Ik heb een erg leuke ochtend gehad, maar de adrenalinerush die ik verwaht had bleef uit. Leuk om een keer gedaan te hebben, maar niet iets wat ik nog een keer 'moet' doen.

Verder heb ik in Mindo een bezoek gebracht aan een chocoladefabriekje. Daar heb ik het proces uitgelegd gekregen en het een en ander kunnen proeven. En nee, dat is niet allemaal lekker. Er moet veel gebeuren voordat chocola lekker wordt. Het leuke van dit fabriekje is dat ze van alles proberen toe te voegen en hierdoor bijzondere smaken hebben. De nieuwste was chocola met lemongras en dit bleek een erg goed 'probeersel' Verder brouwen ze ook chocoladebier. Dit hebben we niet kunnen proeven, maar aangezien ik geen bierliefhebber ben , denk ik net dat ik wat gemist heb.

Na Mindo ben ik doorgegaan naar Baños. Daar heb ik me lekker laten verwennen met een vulkaanmodderpakking en een hotstonemassage. Allemaal net even wat beter betaalbaar dan in Nederland. En niet minder goed. Al gaat het wat minder voorzichtig Ik was zo goed als in slaap gevallen, wat ruw werd verstoord omdat ze de warme pakking van me af trok. Maar ondanks dat was het heerlijk. Verder heb ik hier een middag besteed aan het verzenden van de iguana die ik op de Galapagos heb gekocht. In Nederland loop je een postkantoor binnen en is het binnen 10 minuten gebeurd. Hier werd ik steeds het postkantoor weer uitgestuurd om iets te halen, te kopen of te regelen en steeds wanneer ik daarmee terug kwam, bleek er nog iets anders nodig. Maar, na ongeveer 4 uur is hij onderweg naar Nederland. Ik hoop dat ie het red!

Na Baños ben ik doorgegaan nar Guayaquil, omdat ik van daaruit en vlucht had naar Arequipa in het zuiden van Peru. En daar ging het mis. Te veel dagen vroeg op gestaan. Net wat minder gegeten en vervolgens in een vliegtuig dat meer weg had van een vrieskist samen met de bacillen van alle andere pasagiers. Dat was te veel voor mijn verminderde weerstand. In eerste instantie leek het alleen een flinke verkoudheid, maar uiteindelijk werd het een flinke griep.

In Arequipa leek het nog mee te vallen. Ik ben daar een dag langer gebleven dat ik gepland had, om wat rust te pakken, maar dat bleek niet genoeg. Vanuit Arequipa ben ik de grens over gegaan naar Bolivia, waar ik erg naar uitgekeken had. De eerste 1,5 week heb ik echter weinig anders gedaan dan op bed liggen. Aangezien ik me zo beroerd voelde, wilde ik niet op een dorm slapen en heb een kamer voor mezelf geboekt. Eerst 3 nachten in Copacabana (niet die van het liedje) en vervolgens een week in La Paz. Het gooide behoorlijk roet in het eten van mijn plannen. Ik heb de trekking op isla del sol niet kunnen doen, ook kon ik me niet voorstellen op een fiets te zitten. De deadroad heb ik dus over moeten slaan. Toen ik me beter voelde bleken alle vluchten naar Rurenabaque voor de komende 1,5 volgeboekt. Geen goede start dus in Bolivia.

Toen ik me beter voelde ben ik doorgereisd naar Cochabamba, wat niet meer bleek te zijn dan een grote stad met een jezusbeeld. 30 centimeter groter dan dat in Rio en daar zijn ze trots op. Ondanks dat de stad erg wordt aangeprijsdin de reisgidsen, kon het mij niet echt bekoren en was er weinig te beleven. Ik ben dus snel weer verder gereisd naar Sucre.

In Sucre heb ik eindelijk vrienden gemaakt met Bolivia. Ik snotter nog steeds, maar voel me een stuk beter. De stad is prachtig en ik vind het heerlijk om er rond te struinen. Ik slaap weer in een hostel waar ik leuke en gezellige mensen heb ontmoet. Afgelopen zondag ben ik naar een authentieke markt geweest waar ik lekker heb geshopt. (Ik hoef het nu toch maar een paar weken mee te zeulen. Dat moet lukken) Het was wel een tour om het stadje te bereiken, want ik heb m'n eerste roadblocks megemaakt. Voor wat voor reden dan ook blokkeren mensen de weg en kun je niet meer verder. Normaal stopt de tour, maar omdat er zoveel mensen gingen probeerden ze het marktstadje via een alternatieve route te bereiken. Op z'n zachts gezegd avontuurlijk!!

Verder ben ik vandaag met een Belgisch meisje de touragentschappen af geweest en ga ik woensdag paragliden en vanmiddag hebben we een park bezocht waar je dinosaurusafdrukken kunt bekijken. Meer grappig dan echt de moeite waard. De sporen staan in een bergwand en je ziet wel dat er iets is, maar door de afstand niet echt wat. Het is dat je weet dat het sporen zijn. Voor de rest waren het vooral veel plastic dinosaurissen. Een scelet; 'Maar dit is een replica, want de echte staat in Argentinië' en resten van dinosaurusbotten; 'Maar die zijn niet hier gevonden...' En een gids die er eigenlijk niet zoveel van af wist. Wederom leuk om geweest te zijn, maar geen aanrader.

Weer best een heel verhaal, maar voor het eerst tijdens mijn reis up to date tot vandaag!

Tot over een week of 4!

p.s. Ze kennen in Bolivia wel wifi, maar meestal werkt het niet. Het lukt me dus niet om foto's up te loaden....

In the jungle, the mighty jungle...

Gezien dat mijn Spaans nog behoorlijk aan verbetering toe is, was het tijd voor wat lessen. Dit wilde ik niet in Quito doen. Naar mijn mening is Quito een grouwe stad waar weinig te beleven valt. Daarnaast is het er koud en regent het bijna iedere dag. Op internet vond ik al snel lessen in de jungle. In de ochtend 4 uur les en in de middag excursies. Er zijn verschillende organisaties die dit aanbieden, ik ben uiteindelijk met 'Bananaspanish' gegaan, omdat ik privéles zou krijgen en dezelfde week nog kon vertrekken. De bestemming was de Yarinalodge in El Coca. (Eigenlijk ligt het buiten El Coca aan de Napo-rivier.)

De reis hiernaartoe was beroerd. Ik had gelezen dat het een mooie route is, dwars door de jungle. Wij (mijn lerares en ik) hadden echter de nachtbus. Van de omgeving was daardoor niets te zien. Slapen lukte niet echt, omdat de weg erg hobbelig was en ik me meerdere malen vast moest houden om niet van de stoel af te hobbelen. Na ongeveer 8uur rijden kwamen we aan in Coca, waar we moesten wachten tot de boot ons op zou komen halen. We arriveerden om 5:30u en de boot kwam pas om 10:30uur. Nogeens 5 uur te overbruggen. Ik had gelezen dat dit in een hotel was. Dat was ook zo, maar niet in een kamer; op het terras. Zittend in een stoel wat geprobeerd te slapen, wat niet erg lukte en later nog wat ontbeten in het stadje, dat zo vroeg op de dag verlaten leek. Voor we uiteindelijk op de boot konden, kregen we nog regenlaarzen te leen voor de komende 5 dagen. Iedereen kreeg donkergroene of donkerblauwe, maar ik kreeg knalgele. De rest van de week moest ik horen hoe jaloers mijn lerares was op deze gele laarzen. De boottocht naar de lodge duurde ongeveer 45min. Eerst op de rivier en even later op een aftakking hiervan. Deze is bijna niet te zien vanaf de rivier. Net alsof je zo het struikgewas in vaart. Met alle junglegeluiden (o.a. apen, vogels)echt een geweldige ervaring. Dat doet je je slaap vergeten. Via de kronkelige aftakking kwamen we na ongeveer 20 minuten bij de lodge. 25 2-persoons cabañas en een restaurant gedeelte. Een klein paradijs in Ecuador!!

Voor 5 dagen deelde ik een cabaña met Carla, mijn docente en hadden we een strak schema. Alle gasten hebben iedere dag 's ochtends en 's middags een excursie en 1x een avondexcursie. Volgens de planning zou ik de 1e dag 'smiddags met de lessen starten en 's avonds een excursie doen. De overige 4 dagen zou ik 's ochtends Spaanse les hebben en 's middags meegaan met de groep. De docente liet me de keus of ik een Engelstalige of een Spaanstalige gids wilde. En aangezien ik daar was om wat aan m'n Spaans te doen, koos ik voor een Spaanstalige gids. En dat was een goede keus. Onze groep bestond maar uit 4 personen; een erg aardig Chileens koppel, Carla en ik. En doordat het Chileense koppel 2 dagen eerder vertrok hadden we de laatste dagen een privégids. En waar de andere gidsen zich strak aan de schema's hielden, deed onze gids dit niet. Samen met hem en de docent deelden we de dag zo in dat ik toch met bijna alle excursies mee kon. In plaats van 1 avondexcursie hadden we er 3. En hij liet ons ook de keus in wat we wilden doen. Door het drukke schema een erg vermoeiende week. 's ochtends om 6:30 ontbijt en vervolgens de rest van de dag of les of excursies tot we, meestal rond 22uur, als een blok in slaap vielen. Indrukwekkend en vermoeiend, maar één van de beste weken van m'n reis tot nu toe.

De eerste dag hebben we een wandeling gemaakt door de jungle, waarbij Juan, onz gids uitleg gaf over planten en bomen die we tegenkwamen en hoe de indigena's hier gebruik van maakten. Lastig om te begrijpen in het Spaans, omdat het geen alledaagse woorden zijn. Maar met wat gebaren heb ik er toch veel van begrepen. Tijdens de avondmaaltijd moest er 2x een tarantula verwijderd worden, waarvan 1 onder de tafel zat. Ik vind ze meer interessant dan dat ik er bang van ben, maar ik moet er toch niet aan denken dat er onverwacht één over m'n voet kruipt... Na het eten wederom een wandeling gemaakt. Met zaklampen het donkere woud in en een stuk varen in de boot die het midden houdt tussen een kano en een roeiboot.

Zo werden alle dagen gevuld met 2 tot 3 excursies. Mijn favoriet was het kaaimanspotten 's avonds met zaklampen het water op en op zoek naar kaaimannen. We hebben dit (op verzoek) 2 keer gedaan. De 1e keer was niet succesvol. We hoorden een kaaiman het water in gaan, maar hebben er geen gezien. Ook zonder dat was het een heerlijke avond. Voortgeroeid worden door de donkere jungle. Veel geluiden, maar andere dan overdag. En erg veel lol. Omdat we graag een kaaiman wilden zien en het varen gewoon heerlijk is, zijn we de volgende avond weer gegaan en dit keer waren we wel succes vol. We hebben 3 kaaimannen gespot. Helaas hebben we ze niet op foto vast kunnen leggen, omdat ze minder enthousiast waren om ons te zien dan andersom. Verder hebben we op piranha gevist. Met de boot de rivier op roeien en je rustig met de stroom mee terug laten voeren, terwijl je vist. Niets gevangen. Wel bijna, maar dat telt niet. Ik blijk meer talent te hebben voor de traditionele blaaspijp, waarmee we pijlen op limoenen schoten door hard te blazen. Volgens mij is het niet echt een kwestie van talent, maar kan (bijna) iedereen het.

Naast natuur hebben we ook kennis gemaakt met de regionale cultuur. We hebben een bezoek gebracht aan een traditioneel huis, waar een gezin leeft van visvangst en de groenten en fruit rond hun huis. En leden van de Quechuastam ontmoet die nog op de traditionele manier in de jungle leven. Al wordt dit wel steeds minder traditioneel. Ze drijven handel met de dorpen en kleden zich als ieder ander wanneer ze naar de dorpen gaan. Twee van de gidsen die afstammen van de Quechua del Oriënte hebben op traditionele manier een maaltijd bereid, waarvan palmlarven een onderdeel waren. De vis heb ik gelaten voor wat het was, maar de larf heb ik wel geproefd. Het smaakt zeker niet vies, maar voor mij is het toch niet voor herhaling vatbaar. Oh, en ik had de geroosterde versie. Een van de gidsen at hem rouw.

En natuurlijk heb ik deze week ook Spaanse les gehad. In 5 dagen hebben we veel theorie doorgenomen, maar door de vele activiteiten had ik geen tijd om daar buiten de lessen om veel mee te doen. Doordat ik voor de Spaanstalige excursies had gekozen, heb ik wel veel Spaans gesproken deze dagen, maar ik heb nog een lange weg te gaan. En het is lastig om niet te kunnen zeggen wat je wil zeggen, omdat je de woorden daarvoor niet weet. Het was goed om Spaans te spreken, maar af en toe was het fijn geweest als iemand wat Engels zou kunnen verstaan.

Mijn verblijf in de Yarinalodge was echt een topervaring. De 5 dagen zijn voorbij gevlogen en het had van mij nog wel langer mogen duren. Maar helaas; ik moest mijn gele laarsjes weer inleveren en met de zelfde hobbelige nachtbus terug naar grouw en regenachtig Quito...

Otavalo-Quito-Otavalo-Quito

Mijn eerste nacht in Ecuador heb ik heerlijk geslapen, ondanks dat het hotel (blok beton) naast een doorgaande weg lag en het raam niet dicht kon. 's Ochtends snel m'n spullen gepakt, de straat overgestoken en op de bus gestapt naar Otavalo. In Ecuador moet je $0,20 betalen om op het busstation te mogen. Wanneer de bus vertrekt, blijft er echter iemand in de deuropening hangen die de bestemming roept. De bus stopt dan ook meerdere malen om mensen binnen te laten. Je kunt hier trouwens ook overal uitstappen. Even een seintje geven en de bus stopt. Voor mij handig, want er is vanuit Tulcan geen rechtstreekse bus. Na +/- 2 uur wordt ik langs de snelweg uit de bus gezet. Al snel komt er een taxi en die brengt me netjes bij het hostel waar ik gereserveerd heb. Een leuk hostel met mooie binnentuin en een kamer voor me zelf. Ik merk dat ik echt weer moet wennen aan het alleen zijn en het is koud! Ik mis Colombia!

In het hostel is verder niemand te bekennen, dus ik besluit het stadje in te lopen. Otavalo is een grote stad, maar het centrum doet aan als een dorp. Iedere zaterdag is hier een grote markt, die de meeste straten van het centrum in beslag neemt. Ik arriveer echter op zaterdad, dus heb hem net gemist. Op een centraal plein is echter dagelijks een kleine markt en daar slenter ik wat rond. Ik drink wat in een restaurantje waar ik goede verhalen over gelezen heb en de mensen die ik daar spreek bevestigen inderdaad dat het eten heerlijk is. Mijn 'jugo de maracua' trouwens ook. Als 's avonds blijkt dat het restaurant van het hostel niet open gaat, keer ik er terug om te eten. Het restaurant is leeg, op mij na, maar het eten was erg goed. Terug in het hostel is er nog steeds niemand te bekennen, dus ik besluit vroeg te gaan slapen.

De volgende dag ontdek ik eindelijk mensen in het hostel en raak in gesprek met een Duits meisje dat die dag richting Quito gaat. Ik besluit met haar mee te gaan. Ik was graag naar de lagunes gegaan, maar er wordt streng afgeraden daar alleen naar toe te gaan. Ik heb weinig zin om weer een dag rond te slenteren, dus pak snel m'n tas. Quito is maar 2 uur met de bus, dus ik kan altijd weer terug.

Quito is een grote, grijze stad, maar Mariscal (Gringolandia), de wijk waar ons hostel is ziet er wel kleurig uit en op een gezellig terras lunchen we wat. Terug in het hostel raken we in gesprek met een Frans meisje en we besluiten nog wat van de oude binnenstad te gaan bekijken. Veel zien we daar echter niet van, want het begint al snel te regenen.

De volgende dag besluiten we om naar 'mitad del mundo' te gaan. Echt veel te touristisch, maar ik wil Ecuador niet verlaten zonder er geweest te zijn. Het stelt niet zo veel voor; een gele streep waar de evenaar zou lopen en op het midden een grote toren. Verder is het een soort dorp vol met restaurantjes en souvernirshops. Na wat foto's te hebben genomen, eten we wat en gaan op zoek naar de eiëren. Op de evenaar staat een tafeltje en daarin is een spijker getimmerd. Het is de bedoeling dat je daar een ei op laat balanceren. Dit lukt ons allemaal! (Zelfs zonder een ei kapot te laten vallen.) Na deze prestatie keren we weer terug naar Quito om meer van de oude binnenstad te zien. Ik moet eerlijk zeggen dat de stad weinig indruk op me maakt. Het is erg grijs en grouw. Het heeft een paar mooie basilika's, maar haalt het voor mij niet bij Cartagena. We drinken een lokale drank (canella) in een barretje en wanneer we vertrekken krijgen we van de eigenaar een roos. Ook in Zuid-America is het valentijnsdag.

Quito kan me niet echt bekoren en de volgende dag ga ik met het Franse meisje weer richting Otavalo. We gaan naar hetzelfde hostel waar ik eerder verbleef en zo rustig en leeg als het er een paar dagen geleden was, zo druk is het er nu. Er is een groep van =/- 30 Amerikaanse studenten die 3 maanden lang reizend les krijgen en voor een paar dagen in Otavalo zijn.

Met Eloise, het Franse meisje maak ik de hike naar de lagunes die ik graag wilde maken. En ik snap ook waarom ze afraden dit alleen te doen. Er is behalve natuur niets te bekennen en het weer is erg veranderlijk. Het ene moment is het stralend zonnig. Het volgende moment is het grijs en regent het. Binnen 10 seconden is er een mist binnen gedreven, waardoor we maar een zicht van 2 meter hadden, maar later was dit ook weer van het een op het andere moment verdwenen. We lopen hier uiteindelijk zo'n 6 uur rond, om weer opgepikt te worden door de eigenaar van ons hostel. Maar op de afgesproken tijd is er geen spoor van hem te bekennen. We besluiten hem alvast tegemoed te lopen, het is toch bergaf. Onderweg begint het te regenen en te onweren, maar na iedere bocht is de weg leeg. Uiteindelijk zien we de pick-up van het hostel na 45 minuten lopen. Volgens de eigenaar had hij een platte band. Of zou hij ons gewoon vergeten zijn?

De volgende dag bezoeken we een andere lagune. Wanneer het weer goed is moet het prachtig blauw/groen zijn. We hebben echter weer veel regen en het weer is grouw. Het water ziet er ook grouw uit. We maken nog een boottochtje, omdat er tegen ons gezegd was dat je dit niet mocht missen. Het blijkt echter dat je in 20 minuten rond een eilandje vaart dat midden in de lagune ligt. Best leuk, maar niet echt iets dat je niet mag missen. Het is behoorlijk koud en we zijn dan ook blij dat de taxichauffeur die ons op komt halen wel op tijd is. Hij brengt ons naar een stadje in de buurt dat bekend staat om zijn lederwaar. Het is wat lager gelegen dan de lagune en het weer is er betrekkelijk beter. Het is droog en later breekt zelfs de zon door. Het stadje blijkt inderdaad vol met winkeltjes die lederwaar verkopen. Ze verkopen echter allemaal hetzelfe! Hoe zo'n stadje kan blijven bestaan? Die avond gaan we vroeg slapen. De volgende dag is het zaterdag; de dag van de markt en volgens de informatie moet je vroeg opstaan om wat van de dierenmarkt mee te krijgen. We weten allebei niet of we er eigenlijk wel wat van mee willen krijgen; er wordt hier toch wat anders tegen dieren aangekeken dan in Nederland (of Frankrijk), maar we besluiten onze wekker te zetten.

De volgende dag vertrekken we om 06:30 (later dan geadviseerd) naar de dierenmarkt die net buiten het stadscentrum is. Onderweg komen we langs kooplui die hun stand al in orde aan het maken zijn en echt in iedere straat is bedrijvigheid. Op de dierenmarkt is het al erg druk en wordt flink gehandeld. Het is minder erg dan ik gedacht had, maar na 15 minuten houden we het toch voor gezien. We gaan terug naar het hostel om te ontbijten en na het ontbijt gaan we naar de warenmarkt. Heerlijk om hier rond te slenteren tussen alle kleuren en geuren. Wat jammer dat er niet zoveel in een backback gaat en ik nog wat maanden met deze backpack door moet. Veel van al dat moois laat ik dus voor wat het is. Maar met de kou van Quito in mijn achterhoofd kan ik het niet laten om een alpaca-shawl te kopen. Heerlijk warm!

Maar de markt is niet alleen mooi en gezellig, het is er ook vol met zakkenrollers en tas-slashers. Uit voorzorg heb ik alle waardevolle spullen in het hostel gelaten en mijn geld in een moneybelt. Om de sfeer van de markt vast te leggen, heb ik echter mijn grote camera mee in mijn schoudertas. Op een druk punt hoor ik stof scheuren en jawel; een scheur in m'n tas. De camera is te groot om op deze manier te rollen, ook als ik niets had gehoord. En verder zat er alleen wc-papier in mijn tas. Jammer dat dit er niet uit viel; was toch een mooie buit geweest. De tas heb ik weer geplakt met ducttape. Ik was al van plan deze achter te laten en een nieuwe te kopen. Ik heb echter nog geen mooie kunnen vinden. Maar met een beetje ducttape houdt hij het wel weer even vol.

Die middag stappen we weer op de bus naar Quito, want waar je hier ook heen gaat; je bus vertrekt vanuit Quito.

Momenteel zit ik in het hostel in Quito dit stuk te tikken. Ik loop nog steeds achter en tussen dit stuk en nu zit 1,5 week waarin ik je Ecuadoriaanse jungle heb bezocht en daar wat Spaanse lessen heb gehad. Tevens ben ik op zoek gegaan naar een boot voor een Galapagoscruise en morgen vertrek ik! Eerst 8 dagen op de 'Floreana' en daarna nog 4 dagen in een hostel. Zometeen ga ik naar 'Festival de danza Amazónica', een show vol Ecuadoriaanse dansen. Naar ik hoop een mooie, kleurrijke afsluiting van koud, grouw en regenachtig Quito!

Adios Colombia

Iedere mooie ervaring brengt me dichter naar de grens met Equador. Popayan is mijn laatste bestemming in Colombia. Dat geeft een heel dubbel gevoel. Ik ben erg benieuwd naar de andere landen die ik wil gaan bezoeken, maar ik vind het echt jammer om Colombia te gaan verlaten. 'Colombia; the onley risk is wanting to stay' is niet ver bezijden de waarheid!

Maar eerst heb ik nog een paar dagen in Popayan en een uitstapje naar San Agustin. Popayan heeft een prachtig oud centrum met witte gebouwen. Midden in het centrum is een plein met een parkje (zoals in veel steden in Midden- en Zuid- America) en aan dit plein is ons hostel. (Ik reis nog steeds met Marjan)Heerlijk om 's ochtends naar buiten te lopen en een koffie te drinken (Juan Valdez!) of vanuit het raam 'mensen te kijken'. Daarnaast hebben ze sinds een paar dagen een kat. Helemaal mijn hostel dus.

Vanuit Popayan maken we met 2 australische meisjes een excursie naar thermale baden. Geenszins iets zoals de Thermen in Nederland. Maar natuurlijke bronbaden, bovenop een berg. Helaas waren de meeste erg koud. Eén bad had een duidelijke warmwaterbron, daar hebben we dan ook de meeste tijd doorgebracht. In deze bron zwommen ook visjes die aan onze voeten en benen knaagden. In Nederland betaal je een vermogen voor dr. Fish, hier gebeurd het gewoon! Na 1,5 uur hadden we het wel gezien en was het tijd voor deel 2 van de excursie. We waren met een jeep naar boven gebracht om (na de bronnen) de afdaling met de mountainbike te doen. Wat is dat gaaf! Van te voren vond ik het nog wel spannend, de wegen zijn hier iets anders dan in Nederland, maar de fietsen waren in uitstekende staat. De eerste voorzichtigheid om niet te vallen liet ik daarom al snel varen en in volle vaart ben ik de berg afgereden. Het is jammer dat er geen kilometerteller op de fiets zat. In zo'n 3uur waren we weer terug in Popayan om onze fietsen in te leveren. 's avonds hebben we wat door het centrum geslentert en wat gegeten.

De volgende dag heb ik afscheid genomen van Marjan om een uitstap naar San Agustín te maken. San Agustín is één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Zuid-Amerika en bekend om de beelden die soms in groepen, soms solitair zijn teruggevonden. Over de bouwers van de beelden is niets bekend.Sommige historici denken dat de indianen voor de komst van de Spanjaarden al uit het gebied waren weggetrokken. Maar sporen daarvan zijn nooit terug gevonden. De mysterieuze indianenstam lijkt wel plotseling van de aarde verdwenen te zijn. San Agustín ligt op 120 kilometer van Popayan. De bus doet er echter 7uur over om er te komen. Dat zegt niets over de bus, maar alles over de toestand van de weg. En de regen die we onderweg hadden, maakte het er niet beter op! Door de lange reistijd kwamen we pas aan het eind van de middag bij het hostel aan.(Ik reisde samen met een meisje dat ik in het hostel had ontmoet) Doordat er die nacht een groep van een georganiseerde rondreis verbleef, was het hostel vol. Gelukkig was er nog een plekje in een hangmat. We besloten om de volgende dag te gaan paardrijden, omdat je zo beelden kunt zien die je te voet niet kunt zien.

Zo stralend als het weer was toen we in San Agustín aankwamen, zo regenachtig was het de volgende dag! We hebben uiteindelijk ruim 4uur in de stromende regen gereden met Pacho, onze gids en een Duits koppel dat ondanks de regen besloot met ons mee te gaan. De eerste uren maakte de regen me nog niet zo veel uit, maar toen m'n schoenen begonnen vol te lopen en zelfs m'n regenjas de regen niet meer voldoende kon tegen houden, werd ik wat minder enthousiast. Onderweg, bij één van de opgravingen was een vrouw die aan de hand van je geboortedatum, je mayasign kon uitrekenen. Net zoiets als een sterrenbeeld. Ik heb niet alles begrepen, omdat het in het Spaans was, maar ze vertelde o.a. dat ik regen nodig heb ter purificatie. Ik kan me de laatste dag zonder regen niet meer herrinneren en met deze informatie ben ik bang dat de regen me blijft achtervolgen. En in Ecuador, mijn volgende bestemming is het momenteel het regenseizoen... Maar ik ben een Hollandse en dus wel wat gewend.

De volgende dag (met en stralende zon...) was het tijd om weer terug te reizen naar San Augustin. De terugweg was nog erger dan de heenweg. Ik zat achterin de bus en werd bij iedere hobbel met m'n schouder tegen de ruit gelanceerd, met m'n andere hand proberende om het gehaakte, met punaises bevestigde gordijn uit m'n gezicht te houden, terwijl ik vanuit een schilderij werd aangestaard door Christus. Ik heb gehoord en gelezen dat er al 2 jaar aan de weg gewerkt wordt om hem te verbeteren. Ik wil niet weten hoe hij er voor die tijd aan toe was!

Ik was eigenlijk van plan om de volgende dag de grens over te gaan, maar na deze rit had ik even genoeg van bussen. De volgende dag was dus een onverwacht relaxdagje. Ik ben wezen winkelen met Marjan, die ook weer terug was in Popayan. Het enige nadeel van backpacken is datje alles mee moet (kunnen) nemen in je backpack. Ik heb dus niets gekocht.

De volgende dag was het dan echt tijd om afscheid te nemen van Colombia. Wederom een lange busreis, maar nu gelukkig over betere wegen. Ik had van andere backpackers gehoord dat er veel oponthoud is wegens controles (soms wel 4 x) door het leger. Iedereen moet dan de bus uit. Zich identificeren en alle tassen worden doorzocht. Ik had blijkbaar geluk, want onze bus werd maar één keer naar de kant gehaald. Ik was om 6:15uur uit het hostel vertrokken en uiteindelijk bereikte ik rond 15uur de grens. Ook hierover had ik horrorverhalen gehoord over uren wachten om dan de grenspost voor je neus te zien sluiten. Wederom zat het mee. Aan de Colombiaanse kant had ik één persoon voor me en aan de Ecuadoriaanse kant was ik gelijk aan de beurt. Geen moeilijkheden, maar binnen een kwartier een exitstempel van Colombia (snik) en een entreestempel van Ecuador.

Ik wilde eigenlijk doorreizen naar Otavalo, een stad waar ik een paar dagen wil doorbrengen. Het was me echter niet gelukt een hostel te regelen en vanuit Tulcan, de grensplaats is het nog minimaal 3 uur met de bus. Ik vond het vooruitzicht om in het donker langs de snelweg gezet te worden (de bus vanuit het grensplaatsje Tulcan rijdt Otavalo niet in) niet echt prettig, helemaal niet zonder duidelijke bestemming. Ik besloot dus om in Tulcan te blijven. Recht tegenover het busstation was een hotel waar ik een kamer nam, zodat ik de volgende dag gelijk kon vertrekken. Erg vreemd om weer alleen te zijn en een kamer voor me zelf te hebben na zoveel weken met gezelschap en slapen in dorms. In Tulcan was niet veel te beleven en toen ik een internetcafé bezocht, viel na 5min de stroom uit. Dat is me in Colombia niet gebeurd. Ik hoop niet dat dit een voorbode is van wat Ecuador brengt...

On the road again...

Om 6:30 verliet ik het hostel in Medellin richting busterminal. Het is rond die tijd nog niet veilig om over straat te lopen, dus met de taxi. Mijn volgende stop is Salento. Om in Salento te komen, moestik eerst de bus nemen richting Armenia. Deze zou er 4 uur over moeten doen. Het duurde echter wat langer... De man naast mij was zo dom om zijn tas, met laptop, in de bus te laten liggen tijdens de lunchstop (niemand behalve de buschauffeur eet wat rodn dat tijdstip). Bij terugkomst in de bus begint hij te roepen; 'Mi maleta, mi maleta', wat mijn tas, mijn tas betekend. Die tas was dus weg... Wij met z'n allen in de bus wachten tot de politie er is. Vervolgens moest iedereen de bus uit en werden alle tassen binnenstebuiten gekeerd. Mijn laptop werd nog aan de man geshowd. Geen fijn gevoel, ook al weet ik dat hij niet van hem is. Vervolgens werd de hele bus uitgekamd, maar de laptop was natuurlijk al lang aan een handlanger doorgegeven (de dief zelf moet bij ons in de bus hebben gezeten,). Zo had ik dus een teneergeslagen man naast me en deed ik er ruim een uur langer over. In Armenia moest ik overstappen op een andere bus en in mijn beste Spaans heb ik de buschauffeeur gevraagd of hij wilde stoppen bij het brandweerstation. En zowaar stopte hij daar en gaf me een seintje. De lessen zijn niet helemaal voor niets geweest.

In Salento verblijf ik op 'the plantation house'; een hostel met 10 minuten verderop een koffieplantage. Mijn dormroom blijkt een kamer voor 3 te zijn en het klikt goed met de andere 2 meiden op de kamer. Hoewel ik eigenlijk van plan was een rustdag in te lassen, heb ik na 10 minuten al afgesproken om de volgende dag met hen een hike te maken door Valle de Cocora, waar waxpalmen groeien. Het nationale symbool van Colombia. Niks geen rustdag, maar om 6:00 de wekker, om om 7:00uur de collectieve taxi te kunnen halen. Mijn ritme is hier wat anders als thuis. Meestal ben ik voor 7:00uur mijn bed wel uit en lig ik er rond 9:00uur weer in. Zoals de meeste backpackers hier overigens.

De hike is weer zeer de moeite waard. Hij start in het dal, waar je al palmen kunt zien, vervolgens is het ongeveer 2 uur door bos. Overgammele houten brugjes, waarbij je goed moet kijken op welke plank je gaat staan, over boomstronken en vooral opwaarts. Uiteindelijk kom je op een kruising waar je naar links en naar rechts kan. Links is 'de loop' waar je de palmen kunt zien, rechts is een finca waar je wat kunt eten en drinken. Wij kozen ervoor om naar rechts te gaan. Eerst wat eten voordat we onze hike vervolgen. Vervolgens dus nog 1km bergopwaarts voordat we bij de finca kwamen. Buiten enkele kolibries bleek er niet zoveel te beleven en de beloofde kaas was er niet. Dus maar een worstje besteld; het enige dat ze wel hadden. Laat ik het zo zeggen; de honden waren erg blij met ons. Dus maar weer teruggelopen en de andere afslag genomen. Daar kwamen we na een klim ook langs een finca. Hier hebben we genoten van warme chocomel, en brood met kaas. (De Colombianen doen de kaas in hun chocomel, ik heb hem op m'n brood gedaan). Mocht je ooit in de buurt komen; neem direct de afslag naar links! De finca was meteen ook het hoogste punt, daarna begonnen we aan de afdaling. Niet zo uitdagend als de beklimming, maar wel met prachtige uitzichten over de waxpalmen. En met de onheilspellende lucht (we hebben het niet droog gehouden) op de achtergrond is het echt mistiek. Echt de moeite waard. Op de terugweg hebben we onszelf beloond met een vers vruchtensapje en aan het eind van de middag waren we weer terug in ons hostel. Larissa, een van de meiden vertrok helaas die avond al. Met Marjan, Nederlandse, ben ik die avond in het dorp wat gaan eten. Pizza-kip-tandori. Ik houd niet van pizza's, maar dit was erg lekker.

De volgende dag ben ik samen met Marjan (en een gids) gaan paardrijden. Voor we wegreden vroeg de gids ons of we ervaring hebben. Beiden antwoordden we dat we wat ervaring hebben, maar niet veel. 'Dan nemen we de makkelijke route' aldus de gids. Deze makkelijke route bracht ons langs steile afgronden waar de paarden maar ongeveer 30cm hadden om hun hoeven neer te zetten, wegen waar de paarden al glibberend probeersen overeind te blijven (wat gelukkig lukte) en paden waar ze tot de knieën door de modder moesten ploeteren. We vragen ons nog steeds af waar hij gevorderde ruiters mee naartoe neemt... 's Middags hebben we een rondleiding op de koffiefarm van de eigenaar van ons hostel. Eerst legt hij in het Engels het hele proces uit (en promoot hij zijn eigen koffie) en vervolgens wandelen we in 10 minuten naar de koffiefarm, over de weg die vroeger de hoofdweg naar Bolivia was. Op de koffiefarm krijgen we in het Spaans nog meer uitleg en wordt voor onze neus koffie geroosterd en gemalen. Het ruikt heerlijk en zo smaakt het ook. Helaas begint het tijdens de wandeling over de farm te regenen en later zelfs te omweren. Salento heeft prachtige, zonnige ochtenden, maar 's middags begint het er steevast te regenen. De tour was zo goed als afgerond, dus we besluiten terug te gaan en een warme douche te pakken. 's Avonds hebben we weer lekker gegeten in het dorpje en wat rondgekeken. (Het was gelukkig weer droog) Er zijn veel souvenirwinkeltjes, waar voor de verandering niet hetzelfde wordt aangeboden als in de rest van het land. Salento blijkt een artistiek dorp te zijn. En daar loop ik tegen een nadeel van backpacken aan; Waar laat je het? Ik heb het dus maar in de winkels gelaten. (Dat kan ik dus wel...)

Omdat we alles hadden gedaan wat we in Salento wilden doen (Valle de Cocora, paardrijden en de koffiefarm) besluiten we om de volgende dag verder te gaan. De omgeving van Salento is prachtig en het stadje zelf gezellig, maar we hebben weinig zin om alles om de regen heen te plannen. En het regent hier echt veel.

Onze volgende bestemming is Buga. Niet de meest voor de hand liggende bestemming. Er komen weinig backpackers en er is maar 1 hostel. Voor de Colombianen zelf is het wel een populaire bestemming. Voor hen is het een soort bedevaartsoort. Jaren (eeuwen?) geleden is er een drijvend kruis gevonden en dat werd als een teken van God beschouwd. Er is toen een kerk gebouwd voor dit kruis en inmiddels is er bijna op elke hoek van de straat wel een kerk of kapel. Ook zijn er veel religieuze souvenirs te verkrijgen. Maar we moesten er eerst nog zien te komen. Het is namelijk niet met openbaar vervoer te bereiken. Je wordt langs de snelweg uit de bus gezet en moet de rest lopen of een taxi nemen. We waren er daarom eerst nog niet zo zeker van, maar er werd ons verzekerd dat het makkelijk is een taxi te vinden. En dat bleek ook zo te zijn. Recht onder het borden 'verboden te stoppen' en 'verboden voor taxi's' stonden 5 taxi's te wachten op pasagiers. Dat kan in Colombia... Nadat één van deze taxi's ons bij het hostel had afgezet, werd er open gedaan door de schoonmaakster. Ik ben nog nooit zo welkom ontvangen in een hostel; Er brak een enorme glimlach op haar gezicht door en ze omhelsde ons, terwijl ze (in het Spaans) bleef zeggen; 'Arme meisjes, kom snel binnen met jullie zware tassen. Kom binnen. Welkom!'. Het hostel is een combinatie van hostel en café. Momenteel is het hostel nog bijzaak omdat er niet veel touristen komen en maken ze hun geld uit het café dat met name door de lokale bevolking bezocht wordt. We hadden daarom een enorme kamer voor ons tweeën. En het is jammer dat ik niet van bier houd, want het hostel/café heeft zijn eigen brouwerij.

We gebruiken de middag omhet stadje wat te verkennen en aan het eind van de middag relaxen we wat op het dakterras en brainstormen over wat we de volgende dag willen gaan doen. Aangezien het rond de 30 graden is, zijn we ervoor in om te gaan zwemmen, maar we hebben ook wel zin in wat actiefs. En terwijl we zo aan het brainstormen zijn, komt de kokkin aangelopen met de vraag of we geinteresseerd zijn in een bezoek aan een 200 jaar oude finca waar we rodn kunnen kijken en in 30min naar een waterval kunnen hiken om te zwemmen. Alsof ze telepatische gave heeft. De zoon van de eigenaar zit in het café en binnen 10 minuten is het geregeld. De volgende dag haalt hij ons op en brengen we de ochtend en middag door op de finca en bij de watervallen. De finca is indrukwekkend. Er hangen foto's van de familie tot 200 jaar terug en ook diploma's uit de 19e eeuw. De familie zelf is erg trots op een soort oorkonde die ze hebben ontvangen omdat alle 7 kinderen hebben gestudeerd in Bogotá. Het bijhorende geldbedrag hebben ze gebruikt om onderwijs in hun dorp te sponsoren. Nadat we de finca bezichtigd hebben is het tijd om naar de waterval te hiken. Een mooie wandeling en we komen neimand anders tegen, omdat het op eigen terrein ligt. Onvoorstelbaar dat dit je 'achtertuin' is. We vermaken ons prima bij de watervallen. Langs de ene waterval kun je omhoog klimmen naar de volgende en daar is weer een kleine waterval die we als glijbaan kunnen gebruiken. Niet goed voor je badkleding, maar erg leuk. De tijd vliegt hier voorbij en na de hike terug krijgen we een lunch op de finca. Een typisch Colombiaanse lunch: bonensoep, chichiron, rijst en platano's. De bonensoep, rijst en platano's (soort gefrituurde banaan) zijn heerlijk. De chichiron krijg ik niet weg. Het is meer vet dan (varkens)vlees. Gelukkig valt het niet op, omdat het zo veel is. We worden weer netjes teruggebracht door de zoon des huizes en brengen de avond op het balkon van het café door. In eerste instantie maken we plannen om naar een natuurreservaat te gaan. De zoon van de eigenaar wil voor een vergoeding wel rijden. Uiteindelijk blijkt dit niet te kunnen, omdat de auto op gas rijdt en er onderweg geen tankstation voor gas is. Misschien ook niet zo erg, want het bleek uiteindelijk 4uur heen en 4 uur terug te zijn, wegens wegwerkzaamheden. We besluiten daarom om de volgende dag weer te vertrekken naar Popayan; de witte stad. Voor mij één van de laatste stops voordat ik afscheid neem van Colombia...

Medellin

Na de hike naar 'la ciudad perdida' was het tijd om de tropische kust te verlaten. Ik had het er prima naar mijn zin en er was nog genoeg te doen, maar reizen is ook keuzes maken en eind april moet ik in Santiago de Chili zijn om mijn terugvlucht te halen. Ik heb inmiddels besloten om Peru over te slaan. Het lijkt me een waanzinnig mooi land, maar ik wil niet door landen razen, om er maar geweest te zijn. En Peru is groot genoeg om voor terug te gaan. Ooit...

Maar eerst de bus naar Medellin. De afstand van Santa Marta, waar ik de bus pakte naar Medellin is +/- 525km. Ongeveer de afstand Amsterdam-Parijs. In kilometers wel ja, maar in tijd niet. De busreis heeft uiteindelijk 15uur geduurd. En dat viel mee, want ik heb van anderen gehoord dat ze er 18uur over hebben gedaan. Zoals ik al gehoord en gelezen had, was het ijskoud in de bus door de airco. Ik was blij dat ik overdreven veel meegenomen had om aan te trekken of over me heen te leggen, want ook al was ik voorbereid, het was kouder dan ik verwacht had. Ik had het geluk dat de plek naast me niet bezet was en ik dus redelijk op de stoelen kon liggen en best goed geslapen heb.

In Medellin aangekomen was het tijd voor het betere backpackwerk. Met m'n grote rugzak op m'n rug en de kleine op m'n buik richting het hostel. Medellin is een moderne stad met een metrostelsel (Het heet metro, maar gaat boven de grond). Echt ideaal! Zowel de metro's als de stations zijn schoon. Ik heb geen grafity of kouwgom kunnen ontdekken. De metro's rijden om de 10 minuten en vertragingen heb ik niet meegemaakt. Na ongeveer 15min met de metro en 10 minuten lopen was ik bij mijn hostel. Gelukkig was mijn bed al vrij (ik was er rond 10:00u) en kon ik mijn spullen instaleren en douchen. Mijn eerste warme douche sinds Panama! In de warme kuststreek mis je het niet echt, maar toch kon ik hem enorm waarderen. Na nog wat mail gecheckt te hebben en een uur in een hangmat te hebben geslapen ben ik de stad gaan verkennen. Weer met de metro, maar zonder grote backpack op m'n rug beweegt het toch makkelijker.

Er is ontzettend veel te doen en te zien in en rond Medellin. Eén ding wat ik zeker niet wilde missen was het Botero-museum. (Botero is bekend van zijn beelden en schilderijen van mollige mensen en dieren) Voor het museum is een groot plein dat vol staat met beelden die Botero aan de stad heeft geschonken. Gek genoeg kon ik de eerste dag het plein en het museum niet vinden. Wat ik precies gedaan heb weet ik niet, want ik heb werkelijk alles in de omgeving gezien, behalve het plein. En het is niet echt iets dat je over het hoofd ziet. Het is groot en altijd drukbevolkt.

De 2e dag ben ik 's ochtend met de kabelbaan omhoog gegaan. Iedereen die ik gesproken had, had me aangeraden om dit te doen en ook in de reisboeken werd het aangeraden. Het was ook zeker de moeite waard. Je ziet erg veel van de stad en komt over wijken waar je anders niet komt i.v.m. veiligheid. Ik heb gezellig zitten kletsen met de Colombiaanse touristen voor zover mijn Spaans dit toelaat. Ik begrijp veel van wat ze zeggen, maar het is nog lastig wat terug te zeggen. Wat conversatielessen zijn niet overbodig, maar waar en wanneer?? Boven aangekomen bleek er nog een kabelbaan te zijn. Waar veel mensen uitstapten om weer naar beneden te gaan, bleef ik zitten. Ik was wel nieuwsgierig naar waar deze kabelbaan zou gaan. En war ben ik blij dat ik dit gedaan heb. Boven op de berg bleek namelijk een nationaal park te zijn. En hoewel ik had besloten na de hike naar de lost city dat ik voorlopig genoeg gehiked had, liet ik me toch overhalen om een wandeling naar een lagune te maken. Ik nog vragen of dat wel kon op mijn slippers (de lost city in mijn achterhoofd), maar het was een vrij tamme hike; grotendeels over paden. De lagune zelf was niet echt de moeite van de hike waard. Maar misschien ben ik inmiddels verwend. De uitzichten vanaf de berg waren zeker de moeite waard, adembenemend!

Vervolgens was het tijd om me te haasten naar het Botero-museum, hopend dat ik het dit keer wel zou vinden en ook nog op tijd, want door de onverwachte verrassing bovenop de berg, had ik er meer tijd doorgebracht dan gepland. En inmiddels was het zo druk dat ik een half uur moest wachten voordat ik met de kabelbaan weer terug kon. Dit keer nam ik echter een andere uitgang van de metro, recht door een winkelcentrum heen, trap op en trap af. En dit kwam recht uit op het plein. Hoe makkelijk?? Gelukkig was ik nog op tijd en heb een uur of 2 in het museum en op het plein rondgelopen. Je moet ervan houden, maar ik vind het werk van Botero prachtig.

De volgende dag ben ik naar Guatapé geweest een dorpje op ongeveer een uur rijden. Het dorpje is niet heel bijzonder, maar de omgeving is prachtig. Ik heb nog een boottocht gemaakt langs bezienswaardigheden m.b.t. Pablo Escobar die daar een aantal eilanden had waarop buitenhuzen stonden. Leuk om gezien te hebben, maar de tour stelde niet zoveel voor. Wat wel de moeite waard was, is La Piedra del Peñol. La Piedra del is Peñol is een geïsoleerde monoliet en is 200 meter hoog Het bestaat uit een rots die is samengesteld uit kwarts, veldspaat en mica. Om de top van de monoliet te beklimmen is er een trap met 679 treden gebouwd. Het is een touristische atractie (vooral voor veel Colombianen), maar het uiticht is de beklimming waard. Je hebt een 360graden uitzicht over de omgeving. En ik blijk geluk te hebben gehad, want het weer was stralend en later hoorde ik dat het er vaak regent en bewolkt is. Op de terugreis Colombian moneymaling meegemaakt. Bij de benzinepomp waar de bus terug naar Medellin stopt, zat een man op een stoel buskaartjes te verkopen. Hij vroeg echter bijna het dubbele van wat ik op de heenweg had betaald en kon me niet echt uitleggen waarom. Hij dacht volgens mij een goed verhaal te hebben, maar ik was niet van plan het dubbele te betalen. Daarnaast had hij ook geen tickets voor de volgende bus, wat zou betekenen dat ik een uur langer op dat benzinestation zou zitten. Ik besloot dus, zoals ik alle Colombianen had zien doen, naast de weg te gaan staan en de naderende bus te seinen. En dat werkte. De bus was inderdaad vol, maar bussen in Colombia zijn nooit vol. Ik had een confortabel plaatsje op de trappen en betaalde uiteindelijk minder dan op de heenweg.

Bij terugkomst in Meddelin ben ik nog naar het parque de los pies descalzos (blote voeten park) geweest. Volgens de Lonely Planet die ik in het hostel vond, een must do. Een park waar je op blote voeten rond loopt en verschillende ondergronden ervaart. De realiteit was iets minder spiritueel dan ik me had voorgesteld. Het was meer een grote kinderspeeltuin. Omdat ik er toch was, vond ik dat ik mijn slippers uit moest doen en er even rond moest lopen, maar ik zou dit niet aanraden. Het is leuk voor om met je kinderen naar toe te gaan. Omdat het toch al laat begon te worden en ik voor het donker weer in de metro wilde zitten, ben ik dan ook niet lang gebleven.

Van de metro naar het hostel is één lange weg, waar ik vaak op de heen en de terugweg stop bij een sapbar. Voor weinig koop ik daar een verse Maracua-juice. Die ga ik echt missen wanneer ik weer terug ben. Normaal is het best druk in de straat. Er zijn veel winkeltjes, restaurantjes en straatventers, maar vandaag is het ontzettend druk. Blijkt dat de plaatselijke voetbalploeg een belangrijke voetbalwedstrijd heeft gewonnen. De hele stad kleurde groenmet wit en door de straat die ik moet afleggen naar het hostel was een stoet van toeterende auto's. Zo ongeveer als wanneer het Nederlands elftal een belangrijke wedstrijd heeft gewonnen, alleen dan met andere kleuren. En ook de rellen en het vechten bleven uit. Nu zag ik zo hier en daar wel ME-achtige typen lopen met gevaarlijk uitziende, gemuilkorfde honden. Waarschijnlijk gaat het ook hier niet altijd goed.

Ondanks dat het feest tot diep in de nacht is doorgegaan, ben ik lekker mijn bed ingekropen. Ik ben weggegaan toen het nog gezellig was en veilig aanvoelde. Tijd voor een goede nachtrust om de volgende dag weer verder te reizen naar Salento. Een dorp bekend om zijn koffieplantages en torenhoge palmbomen (het nationale symbool van Colombia)